pcl1_bu_1609929J06_t.fm Seite 3 Freitag, 29. Juli 2005 9:57 09
Bescherm het gereedschap tegen heftige schokken en voorkom val-
s
len. Door beschadigingen aan het gereedschap kan de nauwkeurig-
heid worden geschaad.
Vergelijk na een heftige schok of val de laserlijn ter controle met een
bekende verticale of horizontale referentielijn.
Vervoer het apparaat in het beschermetui 8 en berg het daarin ook op.
s
Batterijen inzetten of vervangen
Gebruik uitsluitend alkali-mangaan-batterijen.
Open het deksel van het batterijvak 5 en plaats de meegeleverde batterij-
en. Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polen.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen batterijen van het-
zelfde merk en met dezelfde capaciteit.
Ingebruikneming
Inschakelen:
Onmiddellijk na het inschakelen zendt het gereedschap een laserstraal
s
uit de laserstraalopening 3. Richt de laserstraal niet op personen
of dieren en kijk zelf niet in de laserstraal (in het bijzonder niet
met optische instrumenten).
Duw de aan/uit-schakelaar 2 in de richting „ON". Het gereedschap start
altijd in de kruislijnfunctie met waterpasbewaking.
Uitschakelen:
Duw de aan/uit-schakelaar 2 in de richting „OFF". Het gereedschap
wordt uitgeschakeld. De lasereenheid wordt vergrendeld.
Meetfuncties
Gebruik met waterpasbewaking
Bij waterpasbewaking compenseert het gereedschap oneffenheden bin-
nen het zelfwaterpasbereik van ca. 5° automatisch. Het waterpassen is
afgesloten zodra de laserlijn niet meer beweegt. Als automatisch water-
passen niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat het oppervlak waarop het ge-
reedschap staat meer dan 5° van de waterpaslijn afwijkt, klinkt er een
waarschuwingssignaal en wordt de laser uitgeschakeld. Stel in dit geval
het gereedschap horizontaal op en wacht het zelfwaterpassen af.
Kruislijnfunctie (zie afbeelding
Zet het gereedschap neer op een horizontale, vaste ondergrond of
bevestig het op een statief en schakel het in. De laser werkt in de
kruislijnfunctie met waterpasbewaking en produceert een horizon-
tale en een verticale lijn.
Horizontaalfunctie (zie afbeelding
Bedien de toets meetmodus „mode" 1 eenmaal. De laser werkt in
de horizontaalfunctie met waterpasbewaking en produceert alleen
een horizontale lijn.
Verticaalfunctie (zie afbeelding
Bedien de toets meetmodus „mode" 1 opnieuw of meteen na het
inschakelen tweemaal. De laser werkt in de verticaalfunctie met
waterpasbewaking en produceert alleen een verticale lijn.
1 609 929 J06 • (05.07) T
)
C
)
D
)
E
Nederlands–3