Volg altijd de plaatselijke veiligheids
voorschriften tijdens het monteren
van het apparaat.
Controleer het apparaat op
beschadigingen door transport.
Controleer dat de netspanning overeen
komt met de lokale netspanning.
3.2 Montagevoorschriften
Monteer de CO
toilet en doucheruimtes. Een te
hoge luchtvochtigheid kan het
apparaat beschadigen.
Plaats de CO
grote metalen objecten of
apparaten die draadloze signalen
verzenden of elektromagnetische
Interferentie (EMI) veroorzaken.
Dit kan het signaal tussen de CO
Sensor en het ventilatietoestel
verstoren.
Een verkeerde aansluiting kan de
bediening beschadigen.
Gebruik uitsluitend passend
gereedschap om de CO
installeren.
Gebruik geen elektrisch
gereedschap om schroeven aan te
draaien.
Draai schroeven niet te strak aan.
Sensor nooit in
2
Sensor RF nooit bij
2
Sensor te
2
Zorg dat het apparaat niet bedekt
wordt, zodat de luchtkwaliteit
gemeten kan worden.
Geadviseerd wordt de CO
tussen de 1,0 en 1,5 meter boven
de vloer te monteren zodat het
zichtbaar en goed bedienbaar is.
Monteer de CO
dan 2,0 meter vanaf de vloer.
De CO
2
CO
het apparaat is gemonteerd.
Installeer altijd het designkapje (de
kunststof kap).
3.3 Installatievoorschriften CO
Sensor type C
De CO
toegewezen worden aan een zone.
Per zone kunnen acht sensoren
toegewezen worden.
Het aansluiten van de CO
type C kan alleen op een
ventilatietoestel met ComfoNet.
Sensor niet hoger
2
Sensor meet alleen
2
waarden van de ruimte waarin
2
Sensor type C moet
2
Sensor
2
2
Sensor
2
NL - 11