4 - ONDERDELEN EN ONDERHOUD
4.1 - Ventilatormotoren
4.1.1 - Demontageprocedure van de
ventilatormotor
WAARSCHUWING: het is essentieel om voor elke
werkzaamheid eerst de elektrische voeding van de
unit uit te schakelen.
Identificeer en noteer de snelheden van de bedrade
ventilatoren. De ventilatormotor in geval van een defect
vervangen (fig. 13).
- Het filter verwijderen.
- Het toegangspaneel van de ventilatormotor
verwijderen.
- De voedingskabels van de motorventilator
loskoppelen.
- De motorventilator en het paneel zijn met 4
schroeven op de unit bevestigd. Schroef ze los en
schuif ze langs de ventilator.
- Verwijder de ventilatormotor.
OPMERKING: bij het demonteren mag u de lamellen
van de motorventilator niet aanraken opdat de
balans niet wordt verstoord.
- Voer de onderstaande stappen in de omgekeerde
volgorde uit om de ventilator te vervangen.
WAARSCHUWING: de motorventilator moet
elektrisch worden aangesloten in overeenstemming
met de labels op het aansluitblok.
4.1.2 - Procedure voor het vervangen van
de condensator
Eerst de elektrische voeding van de unit uitschakelen
voorafgaande aan elke servicebeurt.
- Het filter verwijderen.
- Het toegangspaneel van de ventilatormotor
verwijderen.
- De condensator verwijderen die is bevestigd op het
motorframe.
- De condensator loskoppelen door de platte
kabelschoenen aan de achterkant te verwijderen.
- De condensator vervangen door de bovenstaande
procedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
96
4.1.3 - Bedrading van de motorventilator
Om wijzigingen aan te brengen in de kabelbundel
raadpleegt u de bedradingsschema's van de
ventilatormotor die bij units werden meegeleverd.
De ventilatormotor heeft 6 snelheden van R6 (min) tot
R1 (max) en drie snelheden zijn bedrade snelheden.
De bedrading van de snelheden kan worden gewijzigd
door het bij de units en het uittreksel meegeleverde
schema te volgen (fig. 6).
- Het filter verwijderen.
- Het toegangspaneel van de ventilatormotor
verwijderen.
- Alleen voor type 2: de auto-transformator
verwijderen door de vier schroeven uit te draaien.
- De bedrade snelheden loskoppelen door de platte
kabelschoenen op de motor te verwijderen.
- De gekozen snelheden aansluiten
- De bovenstaande procedure in omgekeerde
volgorde uitvoeren
4.2 - Verwijderen van de opvangbak
WAARSCHUWING: het is uiterst belangrijk om voor
elke werkzaamheid eerst de elektrische voeding van
de unit uit te schakelen.
- De condenswaterafvoerslang loskoppelen die
door een (niet meegeleverde) klemband op de
plaats wordt gehouden.
- Het toegangspaneel van de ventilatormotor
verwijderen.
- De opvangbak onder de unit vandaan trekken door
de bak van zijn steunplaat te schuiven.
- Voor het vervangen van de bak, gaat u omgekeerd
te werk ten opzichte van de procedure die
hiernaast wordt beschreven (controleer of de
batterij zich in het midden van de opvangbak
bevindt zoals in de oorspronkelijke toestand)
- Controleer of de afvoerslang goed wordt
ondersteund en zorg dat er geen waterlekkage is.