Publicité
ND
INSTALLATIE
-Controleer of een differentieel en thermische onderbrekingsschakelaar van min. 10A is
geïnstalleerd, zodanig dat een onderbreking van de schakel-contacten kan verwezenlijkt
worden met een min. opening van 3 mm.
-Zorg ervoor dat de voedingsdraden (min. 1,5 mm²) gescheiden zijn van de
besturingsdraden (min. 0,5 mm²).
-Alle aansluitingen aan de ingangen met NC contacten dienen aangesloten te worden in
serie.
-Alle aansluitingen aan de ingangen met NO contacten dienen aangesloten te worden in
parallel.
AANSLUITINGEN
1-2 : VOEDINGSSPANNING: 230 Vac 50 Hz.
1=FASE, 2=NULLEIDER, CN10,CN1=AARDING (EART)
(F1) 3 A glaszekering
3-4 : KNIPPERLICHTaansluiting 230 Vac – 100 W max (zie Dip 4 en 6
5-6-7 : MOTORaansluiting
5= openrichting, 6= sluitrichting, 7= gemeenschappelijke
Uitwendige condensator op connectors CN8-CN9
8-9 : Aansluiting (SELV) 24 Vac – 5 W max. voor VOEDINGSSPANNING
TOEBEHOREN
(F3) 500 mA glaszekering
12-14 : NO ingang STARTIMPULS (zie DIP 3)
12-13 : NC ingang veiligheidssystemen (FOTOCELLEN)
DIP 7=OFF : actief : enkel tijdens het sluiten stopt het hek en gaat opnieuw open
12-11 : NC ingang voor NOODSTOP
Zowel tijdens openen als sluiten veroorzaakt dit stopimpuls het stoppen en
vermijdt dat het hek automatisch gaat dichtlopen.
15-16-10 : INDUCTIEVE SENSOR
15=bruin ; 16=blauw ; 10=zwart (zie DIP 5)
20-21 : UITWENDIGE VERSTERKINGSANTENNE (21=massa mantel)
WAARSCHUWING : bij gebruik van een inplugbare ontvangerprint met zijn eigen
antenne aansluiting, dienen 20-21 niet aangesloten te worden.
PROGRAMMERINGSFUNCTIES (DIP schakelaars Sw1)
Waarschuwing : vooraleer de instellingen te wijzigen, dient de
voedingsspanning enkele seconden verwijderd te worden.
DIP 1
AUTOMATISCHE SLUITING
OFF = ingeschakeld
ON = uitgeschakeld
DIP 2
DODEMANSBEDIENING
OFF = uitgeschakeld (impulsbediening)
ON = ingeschakeld. De werking geschiedt enkel en alleen door
het start-
impuls (connector 12-14) continu te sluiten. Wanneer dit contact
erug open (NO) is, zal de beweging stoppen.
DIP 3
Wederkerige STARTIMPULSEN (connectors 12-14)
OFF = programma voor collectief gebruik
OPENEN – SLUITEN alleen bij activatie van openingseinderit –
gedurende sluiten STOPPEN en opnieuw OPENEN
ON = Programma "Stap na stap"
OPENEN – STOPPEN – SLUITEN – STOPPEN – enz.
DIP 4
Werking KNIPPERLICHT aansluiting (connectors 3-4)
OFF = knipperuitgang (knipperlicht met continu werking code
70107 dient gebruikt te worden).
ON = continu uitgang (knipperlicht met knipperwerking code
70106 dient gebruikt te worden).
DIP 5
INDUCTIEVE SENSOR
OFF = motortoerental wordt gecontroleerd tijdens openen en
sluiten : het systeem treedt in werking bij impact van en object
en zal stoppen en nadien 2 sec. omkeren in de andere richting.
WAARSCHUWING : OFF = alleen wanneer de opener is uitgerust
met een inductieve sensor.
ON = uitgeschakeld
DIP 6
Waarschuwing knipperlicht gedurende 2 sec.
OFF = ingeschakeld
ON = uitgeschakeld
DIP 7
Werking veiligheidsingangen (connectors 12-13)
OFF = ingeschakeld ; gedurende sluiten STOPPEN en opnieuw
OPENEN
ON = uitgeschakeld
DIP 8-9-10 :
OFF
AFREGELING POTENTIOMETERS
RV1 KRACHT : dient correct afgeregeld te worden afhankelijk van de duwkracht van
het hek
RV2 WERKINGSTIJD : stel de werkingstijd in zodanig dat deze 5-8 sec. de werkelijke
cyclustijd overschrijdt. Regeling alleen actief met DIP 2 = OFF
RV3 AUTOMATISCHE SLUITINGSTIJD :
DIP 1 = ON : instelling automatische sluitingstijd : bij beëindiging van deze ingesteld tijd
sluit het hek automatisch.
OPSTARTEN EN TESTEN
Voedingsspanning niet aanwezig :
-Stel de DIP schakelaars in volgens de gewenste functies
-Verzeker u ervan dat de aansluitingen correct zijn uitgevoerd, aangezien fouten de
elektronische besturing onherstelbaar kan beschadigen.
Voedingsspanning aanwezig :
-Stel de potentiometers zorgvuldig in
-Verzeker u ervan dat de rode LED's behorende bij NC ingangen ON staan volgens de
condities van het hek.
-Verzeker u ervan dat de gele LED's behorende bij de startimpuls alleen ON staan in
geval van activatie.
-Verzeker u ervan dat de veiligheidssystemen aangesloten op fotocel (12-13) of noodstop
(11-12) correct werken.
-Verzeker u ervan de werkingsrichting correct is (de eerste startimpuls na het aanbrengen
van de voedingsspanning en indien de openingseinderit niet geactiveerd is, dan zal een
opening starten). Indien dit niet het geval is dient men de aansluitingen aan de connectors
5-6 te verwisselen. Wanneer het hek open is dient de LED einderit open OFF en de LED
einderit gesloten ON te zijn. Wanneer het hek gesloten is, dient de LED einderit gesloten
OFF en de LED einderit open ON te zijn.
VERSIE MET INGEBOUWDE ONTVANGER
De besturing met ingebouwde ontvanger 433 Mhz. kan zowel werken met zenders uit
de familie DIP als ROLLER (rolling code) en max. 200 verschillende codes opslaan.
Aanleren zenders :
Wanneer de besturing voor de eerste maal gevoed wordt, zal LED DL6 ON zijn
(ontvanger is klaar voor aanleren).
Men dient enkel de drukknop kanaal 1 van de zender in te drukken om deze code op te
slaan in de ontvanger (deze drukknop activeert START impuls).
De LED DL6 is ON voor 6 sec. en gedurende deze tijd is het mogelijk volgende zenders
aan te leren van dezelfde familie.
Nadat DL6 OFF is kunnen er geen zenders meer aangeleerd worden.
Om bijkomende zenders aan te leren, dient men op P1 (LEARN) te drukken en verzeker
u ervan dat DL6 is ON. Druk dan op de drukknop kanaal 1 van de zender.
Waarschuwing : na aanleren van de eerste zender accepteert de ontvanger alleen nog
zenders welke behoren tot dezelfde familie (DIP of ROLLER).
Volledig wissen van het geheugen :
Druk op drukknop P1 (DL6 is ON) en blijf drukken tot DL6 OFF is.
Na het loslaten van P1 knippert DL6 één maal en is dan opnieuw ON om aan te duiden
dat de ontvanger klaar is om nieuwe zenders aan te leren.
Aanleren van ROLLER zenders zonder toegang tot de elektronische besturing
:
Wanneer tenminste één zender is aangeleerd, kunnen nieuwe zenders van dezelfde
familie aangeleerd worden zonder toegang te hebben tot de elektronische besturing.
Druk enkele seconden tegelijkertijd op drukknop 1 en 2 van een reeds aangeleerde
zender in de omgeving van de elektronische besturing en druk dan op de drukknop
kanaal 1 voor de nieuwe zender om hem aan te leren.
INDUCTIEVE SENSOR
Installatie :
De kabel n°2 van de sensor zal verbonden worden als volgt : 15=bruin,
16=blauw, 10=zwart, DIP5 dient ON te zijn
TECHNISCHE KARAKTERISTIEKEN
Werkingstemperatuur : -20 ¸ +55
Voedingsspanning : 230 Vac ± 5 %
Frequentie : 50-60 Hz
Max. vermogen aan uitgang toebehoren : 24 Vac max. 200 mA
Max. vermogen aan uitgang knipperlicht : 230 Vac max. 100 W
Max. vermogen aan uitgang motor : 500 W
Electronische krachtregeling : min 40%, max 98%
Werkingstijd : min. 5", max. 120"
Automatische sluitingstijd : min. 5", max. 120"
15
Publicité
