Configuratie en bediening
Veiligheidsinstel-
Klik in het volgende venster op de knop "Toepassen" en in het
venster daarna ook op "Toepassen" om een Wireless LAN zon-
der codering te gebruiken.
Het apparaat wordt vervolgens opnieuw gestart. Na de herstart staat
het Wireless LAN ter beschikking.
Instelling van de Wireless LAN codering .
De volgende termen moeten worden onderscheiden:
■
Authentificatie:
Is een procedure waarbij de identiteit, bijvoorbeeld van een per-
soon aan de hand van een bepaald kenmerk wordt vastgesteld.
Dit kan bijvoorbeeld met een vingerafdruk, een wachtwoord of
een ander bewijs van bevoegdheid gebeuren.
■
Codering: Is een procedure waarbij "duidelijke tekst" met behulp
van een coderingsprocedure (algoritme) in een "geheime tekst"
wordt veranderd. Hiervoor kan er één of ook meerdere codes
worden gebruikt. Ieder afzonderlijk coderingsprocedure biedt één
of meer mogelijkheden van authentificatie.
OPMERKING
►
Standaard is de codering gedeactiveerd. Er wordt echter om
veiligheidsredenen aanbevolen om altijd een codering toe te
passen.
WLAN Router 300
Invoerveld
Opmerkingen
Klik op deze knop om de codering van uw
Wireless LAN in te stellen.
De instructies voor de instelling van de Wire-
less LAN codering staan in het hoofdstuk
lingen
Instelling van de codering voor Bridge-
Point to Point, Bridge-Point to Multi-Point
en Bridge WDS.
o
161