o
Eisen aan de opstelplaats
Voor een veilige en feilloze werking van het apparaat moet de opstel-
plaats aan de volgende eisen voldoen:
■
Plaats het apparaat op een centrale plek waar er weinig mogelijk
obstakels tussen het apparaat en de PC´s aanwezig zijn.
■
Plaats het apparaat niet in de buurt van metalen voorwerpen en
andere elektrische of stralende apparaten.
OPMERKING
►
►
■
Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht.
■
Het stopcontact moet eenvoudig toegankelijk zijn zodat de stek-
kervoeding ingeval van problemen snel uit het stopcontact kan
worden getrokken.
Aansluiting van de LAN-kabels
Sluit de computer en andere netwerkapparaten als bijv. hub/
switch aan de LAN bussen 1 t/m 4 aan. Gebruik hiervoor de
meegeleverde netwekkabel. De ingebouwde switch herkent van-
zelf de verbindingssnelheid van 10 of 100 Mbps, half/full duplex
transmissiesnelheid en het gebruikte kabeltype.
Aansluiting van de WAN-kabel
Verbind de ethernet poort van uw modem met de WAN poort
aan het apparaat. Gebruik de kabel die bij uw modem is mee-
geleverd. Mocht er geen kabel meegeleverd zijn, kunt u een
gebruikelijke kabel gebruiken.
144
Probeer om storingsbronnen als bijv. DECT telefoons, mo-
bieltjes, Bluetooth-apparaten of andere WLAN-netwerken te
verwijderen.
Wanneer dit niet mogelijk is, kan ook een wisseling van het
kanaal de oplossing zijn.
Installatie
9
WLAN Router 300