AANSLUITING LUCHT
OPGELET!
Een niet passend type van luchtkanalisering heeft invloed op de
prestatie van het product en verlengt de opwarmtijd significant!
Houd er rekening mee dat het gebruik van lucht uit verwarmde
vertrekken de verwarmingsprestaties van het gebouw zouden kun-
nen benadelen. Het apparaat heeft aan de bovenzijde een luchttoe-
voeropening en twee openingen voor de afvoer van de lucht.
Het is belangrijk dat de luchtinlaat- en uitlaatroosters niet worden
verwijderd, stuk gaan of op welke manier dan ook worden gemani-
puleerd (Fig. A).
De temperatuur van de uitgaande lucht van het product kan tempera-
turen bereiken van 5-10°C minder dan de binnenkomende lucht. Als
deze niet gekanaliseerd wordt kan de temperatuur van het vertrek
aanzienlijk dalen.
Als de lucht die door de warmtepomp wordt bewerkt naar buiten
toe wordt afgevoerd of vanuit buiten naar binnen wordt aangezogen
(of vanuit een ander vertrek), moeten er geschikte kanalen worden
gebruikt voor de luchtdoorvoer.
BELANGRIJK: om condensvorming te voorkomen wordt geadvi-
seerd om geïsoleerde leidingen te gebruiken.
Controleer of de kanalen goed zijn aangesloten en bevestigd op het
apparaat, om te voorkomen dat ze per ongeluk plotseling losschie-
ten of lawaai maken. Installeer de kanaliseringen in overeenstem-
ming met alle hoogtes, zoals weergegeven in (Fig. B). Zorg voor een
minimale afstand tussen het product en de kanaliseringen om het
verdamperfilter te kunnen verwijderen.
LET OP: gebruik geen externe roosters die hoge belastingsverlie-
zen met zich meebrengen, zoals bijvoorbeeld insectenroosters.
De gebruikte roosters moeten een goede luchtdoorgang toestaan; de af-
stand tussen de luchtingang en -uitgang mag niet kleiner zijn dan 37 cm. Be-
scherm de externe kanaliseringen tegen wind. Het uitstoten van lucht op een
schoorsteen is alleen toegestaan als er voldoende trek is, bovendien is peri-
odiek onderhoud van de schoorsteen en bijbehorende accessoires verplicht.
Raadpleeg voor de maximale lengte van de leidingen, inclusief de
terminal, de tabel "Gebruikelijke configuraties".
De totale drukverliezen is de som van alle drukverliezen van alle
componenten van aan en afvoer van de lucht, en moet kleiner zijn
dan de maximale statische druk van de ventilator (Appendix).
GEBRUIKELIJKE CONFIGURATIES
L1
L2
Typen
ø150
22 [m]
(PVC)
ø160
28 [m]
(PEHD)
Wanneer u een bocht toevoegt:
• 90° (PEHD) haal 4 m van de toegestane lengte af
• 45° (PEHD) haal 2 m van de toegestane lengte af
• 90° (PVC) haal 3 m van de toegestane lengte af
• 45° (PVC) haal 1,5 m van de toegestane lengte af
60 / NL
L1
L1
L2
L2
L1
19 [m]
16 [m]
19 [m]
24 [m]
20 [m]
24 [m]
FIG. A
FIG. B
ø 150
ø 150
ø 150
ø 200
L2
ø 200
ø 200
Tabel minimale hoogte plafond bij gekanaliseerde installatie
Model
ø 150 mm
ø 160 mm (PEHD)
ø 200 mm
≥ 500
≥ 500
ø 150
158,3
155,3
147,3
ø 200
199,3
200 l
250 l
≥2050 mm
≥2310 mm
≥2140 mm
≥2400 mm
≥2060 mm
≥2320 mm
ø 150
ø 150
ø 200
ø 200