Bovenaanzicht
Voorluidspreker (L)
Kalibratiemicrofoon
De voorkant van iedere luidspreker moet
parallel zijn aan de kalibratiemicrofoon en er
mogen zich geen obstakels tussen bevinden.
b
Opmerking
Plaats de kalibratiemicrofoon zodanig dat de
"FRONT" kant ervan naar de voorluidsprekers
wijst.
2
Druk op SYSTEM MENU.
Het systeemmenu verschijnt.
3
Kies "INSTELLING" en druk op
4
Kies "Audio" en druk op
Voorluidspreker (R)
Parallel
FRONT
.
.
5
Kies "AutoKalibratie" en druk op
6
Kies "Ja" en druk op
De kalibratie begint.
b
Opmerkingen
• Vermijd het meetgebied en maak geen geluid
tijdens de meting (ongeveer 1 minuut) om een
foutieve meting te voorkomen. Tijdens de meting
brengen de luidsprekers testsignalen voort.
• Weerkaatsing door muren en de vloer kan de
meting beïnvloeden.
• Als een foutmelding wordt afgebeeld, volgt u de
aanwijzing in de melding op en selecteert u daarna
"Ja".
Een foutmelding wordt afgebeeld wanneer:
– de kalibratiemicrofoon niet is aangesloten.
– de voorluidsprekers niet goed zijn aangesloten.
– de subwoofer niet is aangesloten.
– de linker en rechter luidsprekers zijn verwisseld.
– de linker- en rechterkant van de
kalibratiemicrofoon zijn verwisseld.
7
Selecteer "Ja" of "Nee" met </, en druk
daarna op
.
De meting is geslaagd.
De afstand en het uitgangsniveau van de
(linker- en rechter-)voorluidspreker, en het
uitgangsniveau van de subwoofer worden
afgebeeld.
.
.
NL
,wordt vervolgd
125