6.3 Voetsteunen
Er zijn verschillende voetplaten beschikbaar voor de Xenon². Deze
kunnen omhoog worden geklapt waardoor het gemakkelijker is om
in of uit de rolstoel te komen. Ze worden afzonderlijk omschreven.
Lengte van het onderbeen
Door de klemschroef los te draaien (Fig. 6.3.1), kunt u de lengte
voor het onderbeen verstellen. Draai de bout los en verstel de buis
met de voetenplaat naar de gewenste positie.
Draai de schroeven weer vast. (zie de pagina over torque).
Controleer goed of de plastic verbinding in de juiste positie onder
de schroef is geplaatst.
WAARSCHUWINGEN!
• Ga tijdens een transfer in of uit de rolstoel niet op de voetsteunen
staan. Als u op de voetsteunen gaat staan, ontstaat het risico dat
de rolstoel naar voren kantelt. Zorg ervoor dat uw voeten tijdens
een transfer in of uit de rolstoel stevig op de grond staan.
Voetsteun
De voetsteunen kunnen omhoog worden geklapt waardoor het
gemakkelijker is om in of uit de rolstoel te komen.
De voetsteunen kunnen ten opzichte van een vlak oppervlak ook in
zes verschillende hoeken worden gekanteld.
Draai de schroef (1) aan de buitenzijde stevig vast.
Door de klemmen (2) te verwijderen, kan de voetsteun naar drie
verschillende posities worden versteld, zowel naar de voorkant als
naar de achterkant. Maak de stelschroef (3) los om de horizontale
positie van de voetplaat te wijzigen.
Hiertoe moet de voetplaat omhoog worden geklapt
(Fig. 6.3.2 tot Fig. 6.3.4).
Als u klaar bent, moet u controleren of alle schroeven stevig
aangedraaid zijn (zie de pagina over torque sleutel).
Er moet altijd 2,5 cm ruimte boven de grond worden aangehouden.
Krypton F
Fig. 6.3.1
Fig. 6.3.2
Fig. 6.3.3
Fig. 6.3.4
72
Rev.1.0