BEOOGD GEBRUIK
De slagmoersleutel is alleen ontworpen voor het aandraaien en losdraaien van met schroefdraad voorziene bevestigingsmiddelen, binnen het door
de fabrikant gespecificeerde bereik. Het mag alleen gebruikt worden met het geschikte type 1/2" (13mm) vierkante slagdoppen. Gebruik alleen
doppen van het slagtype. Het is toegestaan om passende verlengstukken, universele verbindingen en hulpstukken te gebruiken tussen de vierkante
aandrijving van de slagmoersleutel en het vierkante gat van de slagdop. Gebruik het gereedschap niet voor een ander doel dan gespecificeerd,
voordat u met de fabrikant of de door de fabrikant gemachtigde leverancier heeft overlegd. Het kan gevaarlijk zijn, wanneer u dit toch doet. Gebruik de
slagmoersleutel nooit als een hamer om iets los te maken of om een scheve bout recht te duwen. Probeer het gereedschap nooit aan te passen voor
andere toepassingen of beter pas het gereedschap nooit aan, zelfs als u het wilt gebruiken als slagmoersleutel.
WERKPOSITIES
Dit gereedschap moet alleen gebruikt worden als een met de hand vastgehouden en bediend gereedschap. Het wordt altijd aanbevolen om op een
vaste ondergrond te staan, wanneer u het gereedschap gebruikt. Het kan in andere posities gebruikt worden, maar voordat dat gedaan wordt, moet
de gebruiker in een stevige positie staan met het gereedschap stevig in de hand en er zich van bewust zijn dat bij het losdraaien van bouten het
gereedschap erg snel van de bout af kan bewegen. Er moet altijd ruimte overgelaten worden om deze achterwaartse beweging op te kunnen vangen
zonder dat het risico bestaat dat een hand/arm/lichaam vast komt te zitten in het gereedschap.
BEDIENING
Het uitgangsvermogen van het gereedschap in optimale werking wordt hoofdzakelijk bepaald door drie factoren:
a) de druk van de luchttoevoer;
b) de tijd dat het gereedschap in werking is voor een verbinding. Normale tijd om een verbinding, met normale spanning, tot stand te brengen vereist
3-5 seconden;
c) de stand van luchtregulator voor een bepaalde verbinding bij gegeven druk en gebruikt voor een bepaalde tijd. De luchtregulator op huizing (35)
kan worden gebruikt om de (CW) output van de moerenaanzetter te reguleren als er geen andere bedieningsmethode is. Het wordt sterk aanbevolen
dat een externe luchttoevoerregulator, in het ideale geval als onderdeel van een luchtfilter/regulator/smeermiddel (FRL), gebruikt wordt om de druk
van de luchttoevoer te regelen, zodanig dat de luchtdruk ingesteld kan worden om de spanning benodigd bij het vastmaken van de met schroefdraad
voorziene bevestigingsmiddelen te kunnen regelen. Er is geen constante, betrouwbare instelling van de momentkracht aan een slagmoersleutel
van dit type. Maar de luchtregulator kan gebruikt worden om de momentkracht aan te passen aan de bekende met schroefdraad voorziene
bevestigingsmiddelen met de gewenste vastheid. Om het gereedschap in te stellen voor de gewenste momentkracht, selecteer een moer of bout die
vastzit met bekende vastheid en dezelfde afmetingen, schroefdraadspoed en draadtoestand als de te gebruiken moer of bout. Draai de luchtregulator
een beetje open, zet het gereedschap op de moer en voer de kracht langzaam op (open de regulator om meer lucht toe te voeren) totdat de moer
langzaam draait in de richting waarin het vastgezet was. Het gereedschap is nu ingesteld om dezelfde vastheid te reproduceren, vermeld deze stand
voor toekomstig gebruik. Als de vastheid van de moer niet kritisch is, draai de moer dan vast totdat hij aanloopt, draai de moer vervolgens nog een
kwart of halve slad (iets meer als een pakking vastgeklemd dient te worden). Voor grotere benodigde kracht bij demontage dient u de luchtregulator
volledig open te draaien. Deze slagmoersleutel is geschikt voor bouten tot een grootte van 5/8"(16mm ) De grootte moet naar beneden aangepast
worden bij het gebruik van U-bouten, lange dopschroeven, dubbele schroefdraaddiepte moer, ernstig geroeste bouten en veerringen omdat deze
een groot gedeelte van de slagenergie absorberen. Als het enigszins mogelijk is moet de bout vastgeklemd worden om te voorkomen dat deze
terugveert. Doordrenk geroeste moeren met kruipolie en verbreek geroeste afdichtingen voor het verwijderen met een slagmoersleutel. Als de moer
niet in drie tot vijf seconden begint te bewegen gebruik dan een grotere slagmoersleutel. Gebruik de slagmoersleutel niet buiten zijn nominaal
vermogen omdat dit de standtijd van het gereedschap aanzienlijk vermindert. Let op: werkelijke momentkracht van de verbinder hangt direct af van de
verbindingshardheid, snelheid van het gereedschap , toestand van de dop en de tijd dat het slaggereedschap wordt toegestaan kracht uit te oefenen.
Het gereedschap wordt bestuurd door middel van twee schakelaars (31, 36), gelegen aan de bovenkant van de trekker en aan de achterkant van de
behuizing. Druk op schakelaar (36) om het gereedschap in de vooruit modus te zetten.Druk op schakelaar (31)om het gereedschaap in de achteruit
modus te zetten. Zorg ervoor dat de schakelaar in de juiste positie zit alvorens het apparaat te gebruiken. De lucht regelaar bepaalt de snelheid van
het gereedschap en bevindt zich op de achterkant van de behuizing (35). Voor de vooruit bedienin is er een 4-positie regelaar met "4" als hoogst
en "1" als laagste stand. Voor de (CCW) achteruit bediening is er een regelaar met maar 1 stand. Het gereedschap heeft een luchtinlaatkoppeling
(49). Controleer regelmatig of deze niet geblokkeerd is, want blokkering zal de snelheid en het vermogen van het gereedschap verminderen. Om de
luchtinlaatkoppeling te reinigen, moet de luchtinlaatkoppeling (49) uit het motorhuis (32) worden verwijderd.
Voor het beste resultaat:
1) Gebruik altijd het juiste formaat slagdop.
2) Gebruik extra diepe doppen in plaats van tussenstukken als dit mogelijk is.
3) Gebruik geen te grote, versleten of gescheurde doppen.
4) Houdt de sleutel zodanig dat de dop recht op het bevestigingsmiddel vastzit. Houdt de sleutel stevig vast, maar niet te vast, en druk licht
voorwaarts.
LUCHTTOEVOER
Gebruik een schone, gesmeerde luchttoevoer, die een bij het gereedschap gemeten luchtdruk van 6.2 bar geeft, wanneer het gereedschap in werking
is met de knop volledig ingedrukt. Gebruik de aanbevolen slangdiameter en -lengte. Het wordt aanbevolen dat het gereedschap wordt aangesloten
op de luchttoevoer zoals getoond in Figuur 1. Sluit het gereedschap niet aan met een directe snelkoppeling maar gebruik een tussenstuk of een
geleideslang van ongeveer 30 cm. Sluit het gereedschap niet aan op het luchttoevoersysteem, voordat een makkelijk te bereiken en te bedienen
afsluitknop is aangebracht. De luchttoevoer moet gesmeerd worden. Het wordt ten sterkste aanbevolen om een luchtfilter, regulator en smeermiddel
(FRL) te gebruiken zoals aangegeven in Figuur 1, omdat dit ervoor zorgt dat er schone en gesmeerde lucht met de juiste druk naar het gereedschap
gaat. Verdere details over zo'n systeem kunnen worden verkregen bij uw leverancier. Als zo'n systeem niet wordt gebruikt dan moet het gereedschap
gesmeerd worden door de luchttoevoer naar het gereedschap af te sluiten en de leiding te ontluchten door de knop op het gereedschap in te drukken.
Maak vervolgens de luchtleiding los en giet in het luchtinlaat een theelepel (5 ml) geschikte smeerolie, liefst met een antiroest middel erin. Sluit het
gereedschap weer aan op de luchttoevoer en laat vervolgens het gereedschap een paar seconden langzaam lopen om de olie te laten circuleren.
Als het gereedschap vaak gebruikt wordt, smeer het gereedschap dan dagelijks of wanneer het aan kracht of snelheid begint te verliezen. Tijdens het
oliÎn moet u zich ervan verzekeren dat het luchtfilter in het luchtinlaat schoon is. Het wordt aanbevolen dat de sterkte van de verbinding van de met
schroefdraad voorziene bevestigingsmiddelen gecontroleerd wordt m.b.v. een geschikt meetapparaat. Het wordt aanbevolen dat de luchtdruk aan het
gereedschap, terwijl het gereedschap in gebruik is, 6.2 bar is.
Form ZCE825
23
Date 2015July28/B