Loop Afspelen; De Snelheid Wijzigen; Pitch Bend Het Ritme Van Twee Muziekfragmenten Op Elkaar Afstemmen; Onderhoud Van Het Apparaat - IMG STAGELINE CD-270DJ Mode D'emploi

welke later moet worden teruggesprongen.
NL
De CUE-toets (14) knippert.
B
2) Indien nodig moet u de plaats met de draai-
knop (12) nauwkeurig opzoeken (
stuk 5.5). Na draaien met de knop wordt de
plaats continu herhaald.
3) Druk op de toets CUE. Hierdoor wordt de
plaats als Cue-punt opgeslagen en het dis-
playbericht CUE (B) knippert kort. Om het
continu afspelen van de plaats te stoppen,
kunt u opnieuw op de toets CUE drukken.
4) Herstart het afspelen met de toets
let: Selecteer nu geen andere track met de
toetsen / (17), anders wordt het Cue-
punt door het begin van de geselecteerde
track (Auto Cue-punt
vangen.
5) Vervolgens kunt u met de toets CUE naar het
CUE-punt terugspringen. Als het punt is
bereikt, verschijnt het displaybericht CUE en
staat de speler in pauze.
6) Start het afspelen met de toets
toets CUE ingedrukt zolang u de track wenst
af te spelen. Na loslaten van de toets CUE
keert de speler terug naar het Cue-punt en
schakelt hij in pauze.
Opmerking: In de modus SINGLE PLAY kunt u met de
toets CUE uitsluitend binnen een track terugkeren. Als
de volgende track is bereikt, wordt het Cue-punt door het
begin van de volgende track (Auto Cue-punt
stuk 5.2) vervangen.

5.7 Loop afspelen

Met de toetsen A, B / EXIT en RELOOP (13) kunt
u een bepaald fragment op de cd als naadloze
loop opslaan en zo vaak als u wenst herhalen.
1) Als tijdens het afspelen het gewenste begin-
punt van het fragment is bereikt (punt a in
figuur 5), druk dan op toets A. De toets A
knippert even en licht vervolgens continu op.
De toets RELOOP licht op.
Figuur 5 De loop afspelen
2) Als bij het verder afspelen het eindpunt van het
te herhalen fragment wordt bereikt, (punt b in
figuur 5), druk dan op de toets B. Het fragment
tussen de punten wordt continu herhaald. Alle
drie toetsen A, B en RELOOP knipperen en
het displaybericht
Opmerking: Start- en eindpunt van het fragment
kunnen in verschillende tracks liggen. De loop kan
echter niet voorbij de laatste track van de cd gaan.
3) Om de loop te verlaten en de track verder af
te spelen, drukt u op de toets B. Als met de
toetsen / (17) een track selecteert, wordt
de loop eveneens afgebroken. Het display-
bericht verdwijnt
RELOOP lichten continu op, om aan te
geven, dat een loop is opgeslagen.
Om de loop opnieuw af te spelen, drukt u
op de toets RELOOP.
Figuur 6 De loop beëindigen en opnieuw starten
18
4) Om een andere naadloze loop op te slaan,
legt u het begin- en eindpunt gewoon
opnieuw vast met de toetsen A en B.
hoofd-
Tip: Het begin- en eindpunt van het fragment kunnen
tot op 1 frame nauwkeurig worden vastgelegd:
1) Bij het bereiken van het beginpunt schakelt u de
speler in pauze. Zoek het punt met de draaiknop
(12) nauwkeurig op. Druk dan op de toets A.
2) Zoek nu het eindpunt direct op met de draaiknop of
start eerst het afspelen; als het eindpunt is bereikt,
schakelt u weer in pauze om het eindpunt nauw-
keurig op te zoeken met de draaiknop.
. Opge-
3) Nadat het eindpunt is ingesteld, drukt u op de
toets B. De loop start nog niet, hoewel het loop-
symbool wordt weergegeven; de drie toetsen A, B
en RELOOP knipperen.
hoofdstuk 5.2) ver-
4) Om de lus te starten, schakelt u de speler naar
afspelen.

5.8 De snelheid wijzigen

De afspeelsnelheid en dus tegelijk de toon-
hoogte („pitch") kunt u met de pitchregelaar (20)
of houd de
in twee regelbereiken wijzigen: ±8 % of ±16 %
afwijking ten opzichte van de normale snelheid.
1) Om de pitchregelaar te activeren en tegelijk
het regelbereik te activeren, drukt u kort op
de betreffende bereiktoets ±8 % of ±16 %
(19). De toets licht op.
2) Verhoog of verlaag de snelheid met de pitch-
regelaar. Met de regelaar in de middelste
hoofd-
stand blijft de snelheid ongewijzigd.
afwijking aan ten opzichte van de normale
afspeelsnelheid. Als het weergaveveld is
ingesteld op BPM (
u op de toets BPM (16) om naar PITCH te
wisselen.
3) Door op de betreffende bereiktoets te druk-
ken, kunt u tussen de beide regelbereiken
wisselen.
4) Om de pitchregelaar te deactiveren, houdt u
een van de toetsen langer dan 2 seconden
ingedrukt – de toetsverlichting gaat uit. De
track wordt dan opnieuw met normale snel-
heid afgespeeld, onafhankelijk van de stand
van de regelaar.
5.8.1 Handmatige beatteller
Met de toets TAP (18) kunt u voor de huidige
track het aantal beats per minuut (BPM = beats
per minute) vastleggen:
1) Schakel met de toets BPM (16) het weerga-
veveld PITCH (L) om naar BPM-weergave.
2) Druk enkele keren op de toets TAP (18) op
het ritme van de muziek, zodat in het weer-
gaveveld BPM het aantal beats wordt weer-
(G) verschijnt.
gegeven. Bij het wijzigen van de snelheid met
de pitchregelaar wordt ook de BPM-waarde
overeenkomstig gewijzigd.
3) Bij de volgende track moet de BPM-waarde
opnieuw worden berekend.
Opmerking: Als met de toets BPM naar PITCH-weer-
gave en terug naar BPM-weergave wordt gewisseld,
, de toetsen A, B en wordt de BPM-waarde gereset (displaybericht – –) en
moet hij opnieuw worden berekend.
5.9 Pitch Bend
Bij gebruik van twee spelers kunnen de beats
van twee muziekfragmenten met dezelfde snel-
heid tijdelijk precies op elkaar worden afge-
stemd. Op deze manier wordt bij het mengen
tussen twee spelers het ritme tijdens het dansen
niet onderbroken.
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet beschermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
Het weergaveveld PITCH (L) geeft de
hoofdstuk 5.8.1), drukt
Het ritme van twee muziek-
fragmenten op elkaar afstemmen
1) Pas met de pitchregelaar (20) eerst de snel-
heid aan van de track, waarmee moet wor-
den gemengd, aan de snelheid van de afge-
speelde track ( hoofdstuk 5.8). Hiervoor
kan de manuele beatteller worden gebruikt
( hoofdstuk 5.8.1): Als voor beide tracks
de BPM-waarde is berekend, stelt u de regel-
aar zo in dat de tracks dezelfde BPM-waar-
den hebben.
2) Stem de beats van de track die moet worden
ingemengd, precies af op deze van de hui-
dige track; gebruik hiervoor de toetsen
PITCH BEND (10) of de draaiknop (12):
– zolang de toets + is ingedrukt resp. de
draaiknop naar rechts wordt gedraaid,
speelt de track sneller.
– zolang de toets - is ingedrukt resp. de
draaiknop naar links wordt gedraaid, speelt
de track langzamer.
Op deze manier verschuiven de beats zich
ten opzichte van de beats van de huidige
track.
Opmerking: Voordat u met de knop draait, moet de
functie „snel vooruit / achteruit zoeken" uitgeschakeld
zijn: als het displaybericht SEARCH (J) verschijnt, druk
dan op de toets SEARCH (7).

6 Onderhoud van het apparaat

Bescherm het apparaat tegen stof, trillingen,
rechtstreeks zonlicht en vochtigheid. Verwijder
het stof met een zachte, droge doek. Gebruik
zeker geen water of chemicaliën.
Opmerking in verband met klankstoringen en
leesfouten
Sigarettenrook en stof dringen makkelijk in alle
openingen van de cd-speler en zet zich ook af op
de optische onderdelen van het laser-aftastsys-
teem. Mocht deze afzetting tot leesfouten en
klankstoringen leiden, dan moet het apparaat
door een gekwalificeerd vakman worden gerei-
nigd. De kosten voor deze reiniging draagt de
koper, ook tijdens de garantietermijn!

7 Technische gegevens

Frequentiebereik: . . . . . . . 20 — 20 000 Hz
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,1 %
Kanaalscheiding: . . . . . . . > 75 dB
Dynamisch bereik: . . . . . . > 80 dB
Signaal / Ruis-verhouding: > 75 dB
Wow en flutter: . . . . . . . . . niet meetbaar,
kwartsprecisie
Lijnuitgangsniveau: . . . . . 2 V
Voedingsspanning: . . . . . 230 V~ / 50 Hz
Vermogensverbruik: . . . . 30 VA
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . . 0 – 40 °C
Aansluitingen LINE OUT: Cinch
L (links) / R (rechts)
Stuurverbinding: . . . . . . . 1,2 m-kabel met
8-polige mini-DIN-
stekkers
Afmetingen (B × H × D)
Besturingseenheid: . . . 482 × 90 × 90 mm,
2 HE
Afspeeleenheid: . . . . . . 482 × 90 × 260 mm,
2 HE
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . 7,7 kg
Wijzigingen voorbehouden.
® INTERNATIONAL