Onderhoud van de batterijlader
Elke dag
Controleer of de batterijlader schoon is. Als u stof
of vuil ziet:
1
Haal de stekker van de voedingsadapter
uit het stopcontact en verwijder eventuele
batterijmodules.
2
Houd de batterijlader ondersteboven en
tik er zacht op om vuil uit de aansluitingen
te verwijderen. Ook door voorzichtig in de
aansluitingen van de batterijlader te blazen,
kunt u vuil verwijderen.
Aan/uit-lampje
Constant groen
Gaat niet branden
Lampje van
batterijaansluiting
Constant oranje
Constant groen
Oranje knipperlicht
Gaat niet branden
44
Veeg de aansluitingen van de batterijlader af
3
met een zachte droge doek.
Laad de batterijen steeds in verschillende
aansluitingen op zodat de aansluitingen
gelijkmatig slijten.
Als de batterijlader nat wordt
Als er water over de batterijlader spat, schud
het vocht er dan voorzichtig uit en laat de
batterijlader 24 uur drogen. Gebruik de
batterijlader niet tot hij droog is.
Wat het betekent
Stroom batterijlader is ingeschakeld.
Stroomadapter is niet aangesloten of er is geen stroom beschikbaar
(of wordt niet ingeschakeld, bij koppeling).
Wat het betekent
De batterijmodule wordt opgeladen.
De batterijmodule is opgeladen.
Er is een probleem met de batterijmodule. Probeer een andere
aansluiting. Vervang de oplaadbare batterijmodule.
De batterijmodule is niet goed geplaatst, te ver ontladen, of er is
geen stroom. Controleer of de batterijlader is ingeschakeld en sluit de
batterijlader opnieuw aan. Indien het lampje nog steeds niet brandt,
vervang dan de batterijmodule.