Nederlands
- Draai de achterste rollerbouten net genoeg aan
(rechtsom) om verschuiving bij de voorste roller
te voorkomen. Draai beide afstelbouten voor
de bandspanning aan in stappen van 1/4 slag
en controleer op juiste spanning door op de
band te lopen met lage snelheid. Zorg dat de
band niet verschuift. Blijf de bouten aandraaien
totdat de band niet meer verschuift.
- Als u van mening bent dat de bandspanning
goed is maar de band nog steeds verschuift,
wordt het probleem mogelijk veroorzaakt door
een losse motoraandrijfriem onder de voorkap.
- Niet te strak aandraaien Als u de bouten te
strak aandraait, raakt de band beschadigt en
zullen de lagers vroegtijdig slijten.
Bandloop afstellen:
De prestaties van het apparaat zijn afhankelijk van
het feit of het frame op een redelijk vlak oppervlak
staat. Als het frame niet waterpas staat, kunnen
de voor- en achterrollers niet parallel draaien,
waardoor de band constant opnieuw moet
worden afgesteld.
Het apparaat is zo ontworpen dat de band tijdens
gebruik zoveel mogelijk in het midden blijft. Het
is bij sommige banden normaal dat deze naar
de zijkant bewegen terwijl de band loopt zonder
dat er iemand op staat. Na enkele minuten van
gebruik zal de band de neiging hebben zich te
centreren. Als tijdens gebruik de band nog steeds
naar de zijkant beweegt, is afstelling noodzakelijk.
Uitzondering.
tijdens revalidatie, waarbij het ene been van
de gebruiker sterker is dan het andere, kan het
voorkomen dat de band naar de zijkant beweegt.
In dat geval moet u de bandloop niet opnieuw
afstellen, tenzij de band zich bij normaal gebruik
niet centreert.
Bandloop instellen:(fig. F-5)
Het apparaat wordt geleverd met een inbussleutel
om de achterste roller af te stellen. Voer
afstellingen uitsluitend aan vanaf de linkerkant.
Stel de bandsnelheid in op circa 3 tot 5 km/u.
Houd er rekening mee dat een kleine verandering
een groot verschil kan maken!
Draai de bout rechtsom om de band naar rechts
te verplaatsen; draai de bout linksom om de band
naar links te verplaatsen. Draai de bout slechts
1/4 slag en wacht enkele minuten terwijl de band
zichzelf afstelt. Blijft de bout draaien in stappen
68
van 1/4 slag totdat de band zich stabiliseert in het
midden van het loopvlak.
De bandloop moet mogelijk periodiek opnieuw
worden afgesteld, afhankelijk van gebruik en
loop-/renkarakteristieken. Sommige gebruikers
zullen een ander effect hebben op de bandloop.
Ga ervan uit dat u afstellingen zult moeten
doorvoeren om de band te centreren. Afstellingen
zullen steeds minder een onderhoudsprobleem
worden naarmate de band meer wordt gebruikt.
Juiste bandloop is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar en is van toepassing op alle loopbanden.
LET OP
•
Schade aan de band als gevolg van onjuiste
afstelling van bandloop/bandspanning valt
niet onder de garantie.
Gebruiksstoringen
Ondanks voortdurende kwaliteitscontroles,
kunnen er defecten of storingen optreden die het
gevolg zijn van het niet goed functioneren van
onderdelen die in de looptrainer zijn gebruikt. In
de meeste gevallen is het onnodig om het gehele
apparaat ter reparatie aan te bieden, aangezien
de storing meestal kan worden opgelost door het
vervangen van het defecte onderdeel.
Mochten er storingen optreden bij het gebruik
van de trainer, neem dan onmiddellijk contact op
met uw Tunturi dealer. Vermeldt daarbij altijd het
model en het serienummer van uw Tunturi trainer,
de eventuele storingscode en door wie de trainer
is geïnstalleerd.
Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het
model,
het serienummer van het apparaat en het nummer
van
het onderdeel. Op de laatste pagina's van deze
gids vindt u de onderdelenlijst.
Instellingen - metriek/imperiaal
Als de weergegeven snelheid niet overeenkomt
met uw verwachtingen, is de machine wellicht niet
goed ingesteld.
Metriek: Min. snelheid: 1.0/ Max. snelheid 16,0
km/uur