SPORTSTECH F10 Manuel page 103

MODE:
Druk op deze knop om tussen afzonderlijke waarden te wisselen en pas ze indien nodig in de handmatige modus
aan.
SPEED+ (SNELHEID VERHOGEN):
Druk aan het begin van de training op de knop "SPEED+" om de waarde te verhogen tijdens het instellen van het
programma in de handmatige of andere instelbare modus. Als je tijdens de oefening op de knop drukt, wordt de
loopsnelheid verhoogd. De snelheid kan worden ingesteld van 1,0 km/u tot 10,0 km/u.
SPEED- (SNELHEID VERMINDEREN):
Druk aan het begin van de training op de knop "SPEED-" om de waarde te verminderen tijdens het instellen van het
programma in de handmatige of andere instelbare modus. Als je tijdens de oefening op de knop drukt, vermindert de
loopsnelheid. De snelheid kan worden ingesteld van 1,0 km/u tot 10,0 km/u.
SNELKEUZE ( 3 / 5 / 7 ):
Druk op één van deze knoppen om de juiste loopsnelheid direct in te stellen.
PULSE/cal:
Druk tijdens de training op deze knop om te wisselen tussen het scherm voor de hartslag en de calorieën.
SCHERMFUNCTIES:
TIME:
Geeft de reeds verstreken trainingstijd aan in minuten en seconden. Druk op de START-knop om met de training
te beginnen. Een countdown van 3 seconden wordt op het scherm weergegeven voordat de training begint en
de loopband in beweging wordt gezet. De loopband begint met een snelheid van 1,0 km/u. Druk op de knoppen
"SPEED+" of "SPEED-" op de console om de snelheid overeenkomstig aan te passen.
SPEED:
Toont de huidige snelheid. Door op "SPEED+" of "SPEED-" te drukken, kun je de snelheid verhogen of verlagen. De
maximale snelheid is 10 km/u.
DIST. (DISTANCE):
Toont de afstand die al in training is afgelegd. Druk op de START-knop om met de training te beginnen. Een
countdown van 3 seconden wordt op het scherm weergegeven voordat de training begint en de loopband in
beweging wordt gezet. De loopband begint met een snelheid van 1,0 km/u. Druk op de knoppen "SPEED+" of
"SPEED-" op de console om de snelheid overeenkomstig aan te passen.
PULSE:
Toont de waarde van de huidige hartslag in BPM (slagen per minuut). Houd hiervoor je handen op de polssensoren of
gebruik de hartslagmeter.
NL
103