Installatie; Elektrische Aansluiting - OERTLI OETROSOL B Mode D'emploi

2. Installatie

2.1 Installatie
Het apparaat moet beslist binnen op een droge plaats
worden geïnstalleerd. Voor een probleemloze werking
mag het apparaat niet worden blootgesteld aan sterke
elektromagnetische velden.
3
1
Vooraan iedere demontage, moet de span-
ning van de kast zijn gehaald.
1. Ontgrendel de twee assemblagepootjes (1) aan de
boven- en onderkant van het huis door deze met een
puntig voorwerp lichtjes in te drukken.
2. Maak de kap (2) los van de grondplaat (3).
3. Doorboor de nodige doorvoergaten voor de kabels
(4) en maak de randen glad met een passend ge-
reedschap.
4. Markeer de plaats van de 4 bevestigingsschroeven
(5) en zet de grondplaat (3) vast op een vlakke on-
dergrond met behulp van de meegeleverde schroe-
ven en pluggen.
Maak de elektrische aansluitingen.
2.2
De regulatie moet worden gevoed via een externe scha-
kelaar (laatste stap !) met een spanning van 230 Volt
± 10 % (50...60 Hz).
4
Pompen, kranen en dergelijke kunnen worden aangeslo-
ten op de relaisuitgangen R1 en R2 van de klemmen-
strook (R1: solarpompe, R2: omkeerklep motor):
5
2
Het lichtnet wordt aangesloten op de klemmen:
De temperatuursensoren (S1 et S2) worden aangeslo-
ten op
onbelangrijk) :
29

Elektrische aansluiting

12 = Kabel R2
14 = Kabel R1
11, 13 = Nulleider N
Aardklem = klem van de beschermingsdraad
15 = Nulleider N
16 = Fase L
Aardklem = klem van de beschermingsdraad
de volgende
1 / 2 = temperatuursensor S1
3 / 4 = temperatuursensor S2
8980N464
klemmen (de polariteit is