NL
weinig olie, worden de prestaties
van de zaag minder en wordt de
levensduur korter, aangezien de
ketting sneller stomp wordt. Bij te
weinig olie is er rookontwikkeling
of een verkleuring van het zwaard
zichtbaar.
Zodra de motor versnelt, vloeit ook de
olie sneller naar het zwaard (
Kettingolie bijvullen:
• Controleer regelmatig de oliepeilindi-
catie (
21) en vul bij bereiken van de
C
minimummarkering "MIN" (
de oliepeilindicatie olie bij. De olietank
bevat ca. 270 ml olie.
• Maakt u gebruik van Bio-olie. Deze
olie omvat ter reductie van wrijving en
slijtage bijvoegingen en schaadt het
pompsysteem niet. U kunt deze olie
via ons servicecenter bestellen.
• Als u niet beschikt over Deltafox bio-
olie, kunt u het beste een kettingolie
zonder hechtende additieven gebrui-
ken.
• Maak de olietank leeg als u langere
werkpauzes (6-8 weken) inlast.
C
1. Draai de dop van de olietank (2)
en vul de tank met kettingolie.
2. veeg eventueel gemorste olie
weg en sluit de dop weer.
Schakel altijd het apparaat uit
en laat de motor afkoelen voor-
dat u kettingolie ingiet. Doordat
er olie overloopt, ontstaat er
brandgevaar.
68
Bedienen van de
kettingzaag
A
4) toe.
22) van
C
Starten
D
Start de kettingzaag pas als het
zwaard, de ketting en de ketting-
wielbescherming juist gemonteerd
zijn. Let erop, dat de netspanning
overeenkomt met het typelabel
op de machine. Let bij het starten
op een stabiele houding. Wees er
zeker van voor het starten dat de
elektrische kettingzaag geen voor-
werpen raakt.
Opgelet! De zaag kan olie verlie-
zen, zie „Montage - Zaagketting en
zwaard monteren".
1. Kontroleer voor het starten of
er genoeg olie in de tank is, vul
anders olie bij (zie gedeelte over
ingebruikname).
2. Vorm aan het einde van de
verlengkabel een lus en plaats
deze in de trekontlasting (11)
aan de achterste greep (1).
3. Sluit de machine op de net-
spanning aan.
4. Ontgrendel de kettingrem door
de remhendel (3) tegen het
voorste handvat (16) te drukken.
5. houdt de elektrische ketting-
zaag goed met beide handen
vast, met de rechter hand aan
het achterste (1) en met de
linker hand aan het voorste
handvat (16). Duimen en vingers
moeten de handvaten goed om-
sluiten.
6. Voor het starten ontgrendelt u
met de rechter duim de start-