9.
Met de regelbouten (C) spant u nu het deurbeveiligingshek in het
deurkozijn (afbeelding 10).
10. Schroef eerst de onderste regelbouten (C) gelijkmatig vast. De regelbouten (C)
worden bij het vastschroeven zo gedraaid, dat deze zich in de richting van het
deurbeveiligingshek bewegen. De afstand tussen de wand en de regelbouten
(C) mag niet meer dan 7 cm bedragen. Aansluitend schroeft u de bovenste
regelbouten (C) eveneens gelijkmatig vast. Schroef de regelbouten (C) vast, tot
de indicatorlijnen aan het deurslot zich op dezelfde hoogte bevinden. Tussen het
slot in de deur en het tegenoverliggend deel in het frame dient een rechte spleet
van ca. 1 mm aanwezig te zijn (afbeelding 10).
11.
Controleer het deurbeveiligingshek op stabiliteit.
12. Controleer of de deur probleemloos kan worden geopend en dat deze zelfstandig
weer correct sluit. Lees daarvoor ook het volgende hoofdstuk.
Tip
: Indien de deur van het deurbeveiligingshek niet recht in zijn frame zit, kunt u
kleine afwijkingen compenseren met de regelbouten. Daarvoor schroeft u een
regelbout aan een zijde een beetje los en schroeft u de regelbout aan de andere
zijde vaster. Uiteindelijk dient het deurbeveiligingshek weer vast ingespannen te
zijn.
DEUR OPENEN EN SLUITEN
DEUR OPENEN
1.
Zet de deurgreep naar boven. De rode waarschuwingspunt wordt zichtbaar. Hij
dient u er aan te herinneren, dat de deur niet afgesloten is (afbeelding 11).
2.
Druk op de toets bovenaan in de deur en hef de deur licht aan (afbeelding 12). Nu
kunt u de deur openen.
DEUR SLUITEN
1.
Om de deur te sluiten laat u ze gewoon los. Zij valt dan automatisch weer in het
slot (afbeelding 13).
2.
Gelieve na de montage en tijdens het latere gebruik regelmatig te controleren, dat
dit onberispelijk functioneert.
3.
De snapper bovenaan dient volledig in het slot te grijpen (afbeelding 14).
4.
De onderste vergrendelingsbout dient volledig in zijn verankering te zijn
(afbeelding 15).
DEUR AFSLUITEN
1.
Druk de deurgreep naar onder. De rode waarschuwingspunt verdwijnt. De deur
kan nu niet meer geopend worden (afbeelding 16).
NL
19