Apparaat verschuiven
Staand wordt het apparaat door een elektri-
sche parkeerrem tegen wegrollen be-
schermd. Voor het verschuiven van het ap-
paraat moet de parkeerrem ontgrendeld
worden.
Voor het ontgrendelen van de parkeer-
rem de ontgrendelhefboom naar om-
laag schuiven.
GEVAAR
Ongevalgevaar door wegrollend apparaat
Trek de ontgrendelingshendel na het ver-
schuiven zeker opnieuw naar beneden en
activeer zo de parkeerrem terug.
LET OP
Beschadigingsgevaar Schuif het apparaat
niet sneller dan 7 km/h.
Afladen
Instructie:
Neem voor een zorgvuldige buitenbedrijf-
stelling van alle functies uw voet van het
gaspedaal, druk op de noodstopknop en
zet de sleutelschakelaar op „0".
Neem de kartonverpakking naar boven
van het apparaat.
Leg het bijgevoegde karton opzij.
Knip de klemband door en verwijder hem.
1 Kanthout, leveringstoestand
2 Rijplaat, leveringstoestand
3 Fixatie voorwiel
4 Rijplaat, na ombouw
5 Kanthout, na ombouw
Schroef het kanthout en de rijplaten van
het pallet los.
Schroef de rijplaten en het kanthout zo-
als hierboven weergegeven vast.
Bevestiging van het voorste wiel verwij-
deren.
Hendel voor het ontgrendelen van de
parkeerrem naar omlaag schuiven.
Schuif het apparaat vooruit van het pallet.
Hendel voor het ontgrendelen van de
parkeerrem naar boven schuiven.
46
Gebruik
WAARSCHUWING
Langere gebruiksduur van het apparaat
kan door de trillingen leiden tot doorbloe-
dingsstoornissen in de handen.
Een algemeen geldende duur voor het ge-
bruik kan niet vastgelegd worden aange-
zien die afhangt van verschillende factoren:
persoonlijke neiging tot slechte door-
–
bloeding (vaak koude vingers, kriebe-
len van de vingers).
Lage omgevingstemperatuur. Warme hand-
–
schoenen dragen ter bescherming van de
handen.
Stevig vasthouden hindert de doorbloeding.
–
Ononderbroken werking is slechter dan
–
een werking met pauzen.
Bij een regelmatig, langdurig gebruik van
het apparaat en bij herhaaldelijk optreden
van die symptomen (bijvoorbeeld kriebelen
van de vingers, koude vingers) bevelen wij
een medisch onderzoek aan.
Instructie:
Neem voor een zorgvuldige buitenbedrijf-
stelling van alle functies uw voet van het
gaspedaal, druk op de noodstopknop en
zet de sleutelschakelaar op „0".
Onderhoudswerkzaamheden „Voor begin
van inbedrijfstelling" uitvoeren (zie hoofd-
stuk „Onderhoud en instandhouding").
Parkeerrem controleren
GEVAAR
Ongevalgevaar. Voor elke werking moet de
functionaliteit van de parkeerrem op een
vlakke ondergrond gecontroleerd worden.
Sleutelschakelaar op „0" stellen.
Noodstopknop indrukken.
Indien het apparaat nu met de hand ver-
schoven kan worden, is de handrem niet
goed vastgezet.
Ontgrendelhefboom van de parkeerrem
naar omhoog duwen.
Indien het apparaat nog steeds met de
hand verschoven kan worden, is de par-
keerrem defect. Apparaat stilleggen en de
klantendienst contacteren.
Remmen
GEVAAR
Ongevalgevaar Druk de noodstopknop in
als het apparaat bij het rijden op een helling
onvoldoende remkracht toont:
Bedrijfsstoffen vullen
Schoon water
Deksel verswatertank sluiten.
WAARSCHUWING
Voorschriften van de watermaatschappij in
acht nemen.
Conform de geldige voorschriften
mag het apparaat nooit zonder sy-
steemscheider aan het drinkwa-
ternet gebruikt worden. Er moet
een geschikte systeemscheider van de fir-
ma KÄRCHER of alternatief een systeem-
scheider conform EN 12729 type BA ge-
bruikt worden.
Water dat door een systeemscheider is ge-
stroomd, wordt als niet-drinkbaar be-
schouwd.
4
-
NL
VOORZICHTIG
Sluit de systeemscheider altijd aan de wa-
tertoevoer en nooit direct aan het apparaat
aan.
Slang met de vulautomaat verbinden
en watertoevoer (max. 60 °C, max. 5
bar) openen.
Apparaat in de gaten houden, de vulau-
tomaat onderbreekt de watertoevoer,
wanneer de tank vol is.
Watertoevoer dichtdraaien en slang
weer van het apparaat nemen.
of
Deksel van het schoonwaterreservoir
openen.
Schoonwater (maximaal 60 °C) vullen.
Voldoende ruimte voor het reinigings-
middel vrijlaten.
Deksel van het schoonwaterreservoir
sluiten.
Instructie:
Vul het schoonwaterreservoir voor de eer-
ste inbedrijfstelling volledig om het water-
leidingsysteem te ontluchten.
Bij een leeg leidingsysteem kan het tot 2
minuten duren tot de reinigingsoplossing
aan de reinigingskop vrijkomt.
Reinigingsmiddel
WAARSCHUWING
Beschadigingsgevaar. Gebruik uitsluitend
aanbevolen reinigingsmiddelen. Bij gebruik
van andere reinigingsmiddelen draagt de
exploitant het verhoogde risico wat betreft
de bedrijfsveiligheid en het ongevalgevaar.
Gebruik enkel reinigingsmiddelen die vrij
zijn van oplosmiddelen, zout- en fluorzuut.
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Instructie:
Gebruik geen sterk schuimende reinigings-
middelen.
Aanbevolen reinigingsmiddelen:
Gebruik
Onderhoudsreiniging van
alle waterbestendige vloe-
ren
Onderhoudsreiniging van
blinkende oppervlakken
(bijv. Granit)
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van industriële
vloeren
Onderhoudsreiniging en ba-
sisreiniging van fijne stenen
tegels
Onderhoudsreiniging van
stenen in de sanitaire sector
Reiniging en ontsmetting in
de sanitaire sector
Reiniging van alle alkalibe-
stendige vloeren (bijv. PVC)
Reiniging van linoleumvloe-
ren
Reinigingsmiddel in het schoonwaterre-
servoir vullen.
Reinigings-
middel
RM 780
RM 746
RM 755 es
RM 69 ASF
RM 753
RM 751
RM 732
RM 752
RM 754