7. Installeer de spanningsbarrière van de controller. Raadpleeg
op pagina 127.
8. Sluit het deksel van de behuizing. Draai de schroeven van het deksel aan om de behuizing te
sluiten. Het deksel van de behuizing moet worden aangebracht om de milieuklasse van de
behuizing te behouden.
Sluit de bedrading aan op het instrument
Elektrocutiegevaar. Koppel altijd het instrument los van de netvoeding voordat u elektrische
aansluitingen tot stand brengt.
Raadpleeg
Tabel
1,
Afbeelding
1. Verwijder de drie schroeven uit het doorzichtige deksel en verwijder het deksel.
2. Sluit de draad van het (gemeenschappelijke) COM-relais van de controller aan op het COM-relais
van het instrument.
3. Sluit de draad van het N/O-relais (normaal open relais) van de controller aan op het N/O-relais
van het instrument.
4. Sluit de aarddraad aan op de aansluitklem met het aardesymbool.
5. Sluit de nuldraad aan op de NEUT-aansluitklem.
6. Sluit de fasedraad aan op de PHASE-aansluitklem.
7. Plaats het transparante deksel.
8. Sluit het deksel van de behuizing. Draai de schroeven van het deksel vast om de milieuklasse
van de behuizing te behouden. Zorg ervoor dat er een goede dichting is.
9. Schakel de voeding naar het instrument en de controller in.
Beschrijving van de klem
Lijn (PHASE)
Nul (NEUT)
Veiligheidsaarde (aardesymbool)
G E V A A R
6,
Afbeelding 7
en
Afbeelding
Tabel 1 Voedingsbedrading
Draadkleurcode—Noord-Amerika
Zwart
Wit
Groen
Spanningsbarrière installeren
8.
Draadkleurcode—Europa
Bruin
Blauw
Groen met gele merkdraad
Nederlands 123