9. BESCHERMINGSVOORZIENINGEN
a) Verpolingsbescherming
In het laadapparaat is een verpolingsbescherming ingebouwd. Als het laadapparaat aan een contactdoos is
aangesloten en een accu met de polen in de verkeerde richting is aangesloten, knippert de rode LED voor „Fout"
(afbeelding 4, pos. 9). Controleer de polariteit van accu en aansluitkabels.
b) Foutmelding
Het laadapparaat controleert zelfstandig het opladen. Als er geen laadprogramma met de toets modus wordt
geselecteerd, een verkeerde aansluiting van de laadkabels of er bij de laadstappen 1, 2 of 5 een defecte accu wordt
herkend, schakelt de elektronica het opladen uit. Het apparaat bevindt zich dan in de stand-bymodus en de LED
„Fout" (afbeelding 4, pos. 9) knippert.
c) Antivonkenbescherming
Het laadapparaat is bij het aansluiten aan een accu nog gedeactiveerd. Bij aansluiting van het laadapparaat aan
de accu ontstaan daarom anders dan bij traditionele laadapparaten vaak vonken door een ladingsynchronisering.
Na het aansluiten wordt eerste de laadtoestand van de accu gecontroleerd. Pas na deze controle van de reeds
aangesloten accu start het opladen automatisch.
d) Behuizingsbeschermingstype
De behuizing van het laadapparaat is van het beschermingstype IP 65 en dient zo voor de bescherming van de in
de behuizing geïntegreerde laadelektronica tegen stof en vocht. De stekkers en aansluitingen stemmen niet met
deze norm overeen. Daarom is het product uitsluitend geschikt voor gebruik in droge, gesloten binnenruimtes.
62