Oliepeil controleren
Controleer het motoroliepeil terwijl de motor is uitgeschakeld en
horizontaal staat.
1. Verwijder de olievuldop.
2. Controleer het oliepeil. Als het onder de bovenste markering
staat, vul bij met aanbevolen olie tot de bovenste markering
(zie pagina 7).
3. Plaats de olievuldop weer goed terug.
OLIEVULDOP
Als de motor draait met een te laag oliepeil, kan er motorschade
ontstaan. Dit soort schade valt niet onder de garantie.
Olie verversen
Tap de verbruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie
stroomt snel en gemakkelijk uit de motor.
1. Plaats een geschikt opvangbakje onder de motor om de
verbruikte olie op te vangen en verwijder dan de olievuldop, de
olieaftapplug en de ring.
2. Laat de verbruikte olie helemaal uitstromen, breng dan de
olieaftapplug en een nieuwe ring aan en draai de olieaftapplug
stevig vast.
3. Vul met de motor in horizontale positie de aanbevolen olie (zie
pagina 7) bij tot aan de bovenste peilstreep op de peilstok.
Capaciteit motorolie: 1,1 L
Als de motor draait met een te laag oliepeil, kan er
motorschade ontstaan. Dit soort schade valt niet onder de
garantie.
8
4. Breng de olievuldop aan en draai deze stevig vast.
OLIEVULDOP
RING
BOVENGRENS
Was u handen met water en zeep als u met afgewerkte olie in
aanraking bent gekomen.
Voer verbruikte motorolie op correcte wijze af, zodat u het
milieu geen schade toebrengt. U dient de olie in een afgesloten
verpakking bij een daarvoor bestemd inzamelpunt in te
leveren. Gooi de olie niet weg bij het huisvuil en giet deze niet
op de grond of in het riool.
NEDERLANDS
OLIEPEIL
OLIEAFTAPPLUG