2.
Nadat u de transductor geïnstalleerd hebt, dient u de kabel over het vastgestelde traject vast te
zetten en te beschermen.
3.
Laat de kabel door de benedenspleet van het systeem lopen (spleet waardoor alle leidingen en
de stroomkabel lopen: pos16 afb. 01, blz. 73).
4.
Verbind de draden met de klemmen op basis van het sensormodel, volgens onderstaande tabel:
5.
Zet de kabel met bandjes op de interne leidingen van de apparatuur vast.
! Let op: de zuigleiding moet in de nabijheid van de transductor worden geplaatst, de zuigleiding moet
niet op een hoogte van meer dan 5 cm vanaf de druktransductor geïnstalleerd worden
(zie afb. 06, blz. 82).
De bargraph zal op het moment van installatie aangeven dat het reservoir leeg is doordat het
ledlampje 0% knippert; wanneer alle ledlampjes branden zal het peil 100% bedragen.
!
Voor opvangbakken met een hoogte van minder dan 2 m, gebruik een drukomzetter met een schaal
van 0-2m
LET OP
De transductor constateert automatisch wat het peil is en zal automatisch de waarde van 100%
actualiseren telkens wanneer de waarde van de vloeistof in de opvangbank hoger is; daarom zal de
werkelijke waarde van 100% alleen verkregen worden als het reservoir geheel vol is. De waarde van
100% die tijdens de eerste vulling van het reservoir wordt aangegeven is als virtueel te beschouwen.
Nadat de opvangbak voor de eerste maal vol is gelopen komen de waarden tussen 10% en 100% met
de daadwerkelijke hoeveelheid water in het reservoir overeen.
NEDERLANDS
Afbeelding 06
Transductor
Bodem van het reservoir
Model
Klem
sensor
IN1
MAC3
gele draad
JUMO
witte draad
KELLER
rood draad
Klem
+V1
witte draad
bruine draad
zwart draad
84