4
HET TOESTEL VAN GAS VOORZIEN
4.1
Welke gasfles, slang en regelaar?
Voor u het toestel van gas kunt voorzien, moet u eerst
een gasfles, een slang en een drukregelaar kopen. In de
onderstaande tabel ziet u welke gasfles, slang en regelaar
u moet gebruiken. In België (BE) moet u bijvoorbeeld een
propaanfles gebruiken met een slang en regelaar voor 37 mbar,
of een butaanfles met een slang en regelaar voor 28-30 mbar.
Gebruik alleen een drukregelaar die voldoen
aan EN 16129
Gasfles, slang en
Land
regelaar
DK, GR, NO, SE, EE,
Propaan, 30 mbar /
LT, LV, CZ, PL, MT,
butaan, 30 mbar
HU, SI, SK, NL
ES, GB,, IE, PT, BE,
Propaan, 37 mbar /
FR, LU, IT, CY
butaan, 28-30 mbar
Dit toestel is gefabriceerd om gebruikt te worden met
butaan of propaanflessen van 4,5 tot 15 kg, voorzien van
een gepast reduceerventiel. Wij raden u aan propaan
te gebruiken voor het toestel. Propaan levert een
kwaliteitsvolle verbranding en is minder vorstgevoelig.
De hoogte van de gasfles moet minder dan 70 cm zijn
ongeacht de breedte of doorsnede D van de fles.
Koop uw drukregelaar en gasfles altijd samen. Niet alle
regelaars passen op alle gasflessen.
Gebruik enkel een gasslang en ontspanner die in het land
van gebruik gehomologeerd zijn.
4.2
Veiligheidsinstructies
•
Sluit de gasfles nooit rechtstreeks aan op het toestel.
Monteer altijd eerst een drukregelaar op de gasfles.
•
Pas voorgemonteerde of verzegelde onderdelen van de
gasfles, slang of drukregelaar nooit aan.
•
Zorg voor een zo kort mogelijke slang (maximaal 1,5 m) om
te verhinderen dat deze over de grond sleept.
•
Vervorm of plooi de gasslang nooit. Controleer of de
slang niet gespannen staat of gedraaid is. Laat de slang
nooit onderdelen raken die heet kunnen worden.
•
De slang moet vervangen worden indien ze beschadigd
is of barsten vertoont, wanneer de nationale
voorschriften dit vereisen of volgens haar geldigheid.
•
Zet de gasfles altijd rechtop.
•
Open nooit de gastoevoer
•
Telkens wanneer u wijzigingen aanbrengt aan de
gasverbindingen, moet u controleren of er gaslekken zijn.
Zie "5 Controleren op gaslekken".
4.3
De slang aansluiten op het toestel
Frankrijk:
Het toestel mag met 2 soorten gasslangen worden gebruikt:
•
Gasslang om op de slangpilaren van het toestel en de
drukregelaar te zetten, vastgezet met slangklemmen
(overeenkomstig de norm XP D 36-110). Aanbevolen lengte
1,25 m
•
Gasslang (overeenkomstig de norm XP D 36-112) uitgerust
met een schroefdraadmoer G ½ om rechstreeks op het
toestel vast te schroeven en een schroefdraadmoer M 20
x 1,5 om rechtsreeks op de drukregelaar te schroeven,
aanbevolen lengte 1,25 m
Overige landen:
Het gebruik van een soepele slang geschikt voor butaan- of
propaangas is voorgeschreven. De slang mag niet langer dan
1,50 m zijn.
Om de gasslang te kunnen aansluiten op het toestel, moet u
een koppeling monteren op de gasbuis van het toestel. Het
toestel wordt geleverd met twee verschillende koppelingen die
bestemd zijn voor gebruik in verschillende landen:
223.7420.100
223.7420.000
Als uw land niet vermeld staat in de tabel, gebruikt u de
koppeling die beantwoordt aan de normen die gelden in
uw land.
4.3.1
K
oppeling
U hebt een moersleutel van 19 mm en een kruisschroevendraaier
nodig.
1.
Schroef de koppeling op de gasbuis van het toestel (A) en
draai deze vast met een moersleutel van 19 mm (B).
2.
Schuif de slang over de koppeling (C) en span de spanring
aan met een kruisschroevendraaier (D).
4.3.2
K
oppeling
U hebt een moersleutel van 22 mm en een Engelse sleutel nodig.
1.
Schroef de koppeling op de gasbuis van het toestel (A) en
draai deze vast met een moersleutel van 22 mm (B).
2.
Schroef de gasslang op de koppeling (C) en draai deze aan
met twee moersleutels. Houd de koppeling vast met een
moersleutel van 22 mm en draai terwijl de slang vast met
een Engelse sleutel (D).
www.barbecook.com
Land
BE, CH, CZ, DK, ES,
FI, GB, IE, IT, PT, SI
FR
FR
A
B
Koppeling
Koppeling A
Koppeling B
/
15