Verplaatsing van de sluitrichting
Grendel zover uitsluiten dat de stelschroeven van de grendel in het eerste venster
toegankelijk zijn en loodrecht op een lijn liggen met het bijbehorende schroefgat
(afb. 14). Schroeven eruit draaien en steeds er tegenover weer vastdraaien.
Montage van sluitkom en instelling van de grendellengte
Grendel uitsluiten en sleutel uitnemen. Sluitkom en grendel plaatsen (afb. 15).
Indien er op deze positie geen geschikt bevestigingspunt voorhanden is, grendelstel-
schroeven (1.). overeenkomstig (afb. 16) losmaken en grendelbuizen net zo ver
verschuiven, tot er een geschikt bevestigingspunt bereikt is. Positie van sluitkom
markeren. Bij vastgestelde regelpositie grendelstelschroeven (1.) weer vastdraaien.
Van belang:
a) Let op stevige ondergrond en goede bevestigingsmogelijkheden, in het bijzonder
wordt aangeraden om de sluitkom op het metselwerk te verankeren.
b) De grendels moeten ten minste 10 mm uit de sluitkommen steken.
c) Sluitkom tot 14 mm sponningsdiepte uitsluitend met kunststof onderleggers,
vanaf 14 mm met bevestigingsplaat en eventueel kunststof onderleggers gebruiken
(afb. 16).
d) Voorkom dat het slot en de sluitkom elkaar aan de zijde van het scharnier raken,
breng eventueel een aparte deurstopper aan (afb. 17).
Afb. 14
Afb. 16
46
Afb. 15
min.
10 mm
Afb. 17
1.
min.
10 mm