Enerpac ZU4 Instructions page 75

5.1 Afstandsbediening
De oliestroom en motor worden beide door de afstandsbediening
geregeld.
Zie fi guur 6.
1. Vooruit-pijlknop van de afstandsbediening:
• Indrukken voor de tijdelijke sleutel vooruitgang (Automode OFF).
• Automatisch schakelen tussen Vooruit en Achteruit (Automode
ON)(automatische modus is Aan).
• Loslaten voor automatische retour van de momentsleutel
(Automode ON of OFF).
2. Aan-/Uit-knop van de pendel: Schakelt de motor AAN of UIT
Opmerkingen:
• Als de motor is ingeschakeld,
druk op de motor aan/uit-knop
op de behuizing om de motor
onmiddellijk te stoppen, zelfs als
de pomp wordt bediend met de
afstandsbediening.
• Als de motor is uitgeschakeld, zal
drukken op de motor aan/uit knop
op de behuizing de motor niet
starten, tenzij het LCD-scherm
zich in de modus Local bevindt.
Zie secties 6.3 en 6.5 voor meer
gedetailleerde informatie.
5.2 Door gebruiker instelbare ontlastklep
De pomp biedt twee methoden voor de beperking van de
vooruitdruk (A-poort) op de sleutel:
A) Automode (Zie sectie 5.3)
B) Door de gebruiker instelbare ontlastklep
(Raadpleeg de volgende paragrafen van deze sectie)
De door de gebruiker instelbare ontlastklep beperkt de maximale
vooruitdruk door de ontlastklep te openen om de oliestroom van de
pomp naar het reservoir op de gewenste drukwaarde om te leiden.
WAARSCHUWING: Deze afstellingen maken VOORDAT de
momentsleutel op de moer- of boutkop wordt geplaatst. De
pompdruk ontlastinstelling mag niet boven de benodigde
druk liggen, teneinde het vereiste moment voor uw toepassing te
verschaff en. Het vereiste moment overschrijden heeft schade aan de
apparatuur tot gevolg en kan tot ernstig persoonlijk letsel leiden.
Pas de ontlastklep drukinstelling aan zoals beschreven in de volgende
procedure. Zie fi guur 7.
1. Draai de ontlastklep borgmoer los.
2. Draai de ontlastklephendel naar links zoals vereist, tot er weinig of
geen weerstand is bij het draaien. Als dit gebeurt, staat de klep in
de laagste stand.
Opmerking: Ontlastklephendel draait ongeveer twee derde van
een volledige draai. Als het draaien stopt, trek de hendel op om los
te koppelen. Vervolgens herpositioneren en opnieuw de hendel
aantrekken voor extra afstelling (zoals vereist).
3. Koppel hydraulische slangen los van de koppelingen op de klep.
WAARSCHUWING: OOp (-Q) pompen, zorg ervoor dat alle
koppelingen de beschermkappen volledig geïnstalleerd
hebben voordat de pomp wordt gestart.
4. Sluit de netspanning op de pomp aan. Gebruik het LCD-scherm
en toetsenbord om te verifi ëren of de Automode op OFF staat,
of de "Hi Press"-waarde minimaal 100 psi (7 bar) hoger is dan
de gewenste ontlastklepinstelling (Zie secties 6.5 D en 6.5 F voor
meer details).
.
1. VOORUIT
®
2. AAN/UIT
Figuur 6, Pendelknoppen
75
Verhogen
Figuur 7, Door gebruiker instelbare ontlastklep
5. Druk op de Aan-/Uit-knop van de pendel. De motor start nu.
6. De vooruit-pijlknop van de afstandsbediening ingedrukt houden.
Druk begint op te bouwen in het vooruitcircuit (A-poort). e
7. Terwijl de vooruit-pijlknop van de pendel blijft ingedrukt, de
ontlastklephendel LANGZAAM naar rechts draaien, totdat de
druk weergegeven op het LCD-scherm vergroot tot de gewenste
instelling.
8. Laat de vooruit-knop van de afstandsbediening los zodat de
systeemdruk naar de terugtrekinstelling van de B-poort terugkeert.
De motor blijft draaien.
9. Houd de vooruit-pijlknop opnieuw ingedrukt om de ontlastklep
drukinstelling te controleren. Verifi eer of de gewenste druk wordt
aangeduid op het LCD-scherm.
Opmerking: Als een nieuwe afstelling nodig is: Voor een nauwkeurige
instelling moet de druk altijd worden verlaagd tot een punt beneden de
uiteindelijke instelling, en verhoog de druk daarna langzaam totdat het
de uiteindelijke instelling bereikt.
10. Nadat de gewenste drukinstelling wordt bereikt, draai de
ontlastklep borgmoer vast.
5.3 Automode Automatische cycluswerking (Druk- of
momentcontrole)
De Automodus functie schakelt de sleutel automatisch van de vooruit-
naar achteruitwerking wanneer de gebruiker instelbare maximale
vooruitdruk of momentwaarde is bereikt.
Selecteren van een drukeenheid (PSI, BAR of MPa) op het LCD-
toetsenbord en de Automode ON draaien plaatst de microcontroller
in de drukcontrolemodus. In deze modus, bepaalt de gebruiker
de maximale vooruitdruk die overeenkomt met de gewenste
momentwaarde voor de gebruikte sleutel.
Kiezen van een momenteenheid (Ft-lb of Nm) en draaien van de
Automode ON plaatst de microcontroller in de momentcontrolemodus.
In deze modus selecteert de gebruiker uit een lijst van Enerpac
momentsleutel modellen
microcontroller. Het maximaal toegestane vooruitmoment voor het
geselecteerde sleutelmodel zal verschijnen op het LCD-scherm.
Indien gewenst kan deze standaard momentwaarde lager worden
aangepast door de gebruiker.
Trek omhoog om te
los te koppelen.
Borgmoer
Verlagen
die zijn geprogrammeerd in de