3.3 DC-belastingen met externe aan-/uit terminals
DC-belastingen moeten worden uitgeschakeld of losgekoppeld in geval van dreigende cel-onderspanning.
Hiervoor kan de Lastontkoppelingsuitgang van de VE.Bus BMS worden gebruikt.
De lastontkoppeling is normaal gesproken hoog (gelijk aan de accuspanning) en wordt potentiaalvrij (= open circuit) in geval van
dreigende onderstroom van de cel (geen interne pull-down om het reststroomverbruik te beperken in geval van lage celspanning).
DC-belastingen met een externe aan-uit terminal die de belasting inschakelt wanneer de terminal omhoog wordt getrokken (de accuplus)
en schakelt deze uit wanneer de aansluitklem potentiaalvrij is en kan direct worden bediend met de lastontkoppelingsuitgang.
Zie bijlage voor een lijst van Victron-producten met dit gedrag.
Voor DC-belastingen met een externe aan/uit-terminal die de belasting inschakelt wanneer de aansluitklem wordt leeggetrokken (naar
een accumin) en wordt uitgeschakeld wanneer de aansluitklem potentiaalvrij is, kan de externe omvormende aan-uit-kabel worden
gebruikt. Zie de bijlage.
Opmerking: controleer de reststroom van de belasting wanneer in uitgeschakelde toestand. Na het uitschakelen van de lage celspanning blijft er
een capaciteitsreserve van ongeveer 1 Ah per 100 Ah accucapaciteit over in de accu. Een reststroom van 10 mA kan bijvoorbeeld een 200 Ah-accu
beschadigen indien het systeem langer dan 8 dagen in ontladen toestand blijft.
3.4 DC-belasting: ontkoppelen van de belasting met een BatteryProtect
Een BatteryProtect ontkoppelt de belasting wanneer:
ingangsspanning (= accuspanning) is gedaald tot onder een vooraf ingestelde waarde of wanneer
de externe aan/uit-terminal wordt leeggetrokken. De smallBMS kan worden gebruikt om de externe aan/uit-terminal te regelen
In tegenstelling tot een Cyrix of magneetschakelaar kan een BatteryProtect een last starten met een grote ingangscondensator zoals een
omvormer of een DC-DC-omvormer.
3.5 De LiFePO₄-accu opladen met een acculader
Opladen van de accu moet worden verminderd of gestopt in het geval van dreigende overbelasting van de cel of te hoge temperatuur.
Hiervoor kan de lastontkoppelingsuitgang van de VE.Bus BMS worden gebruikt.
De laadontkoppeling is normaal gesproken hoog (gelijk aan de accuspanning) en schakelt over op een open circuit in geval van mogelijke
overbelasting van de cel.
Acculaders met een externe aan/uit-aansluitklem die de lader activeert wanneer de aansluitklem omhoog wordt getrokken (naar de
accuplus) en wordt gedeactiveerd wanneer de aansluitklem potentiaalvrij blijft, kan direct worden bediend met de
laadontkoppelingsuitgang.
Zie bijlage voor een lijst van Victron-producten met dit gedrag.
Acculaders met een externe aansluitklem die de acculader activeert wanneer de aansluitklem wordt leeggetrokken (tot een accumin) en
wordt gedeactiveerd wanneer de aansluitklem potentiaalvrij blijft, kan de aan/uit-kabel van de omvormende externe aan-uit kabel
worden gebruikt. Zie de bijlage.
Als alternatief, kan een Cyrix-Li-Charge worden gebruikt:
De Cyrix-Li-Charge is een unidirectionele accuscheider die tussen een acculader en de LiFePO₄-accu wordt geplaatst. Het wordt
uitsluitend ingeschakeld wanneer de laadspanning van een acculader aan de kant van de laadaansluitklem aanwezig is. Een
klemaansluiting verbonden met de Laad Ontkoppeling van het BMS.
3.6 De LiFePO₄-accu opladen met een dynamo
Zie afbeelding 6.
De Cyrix-Li-ct wordt aanbevolen voor deze toepassing.
De microprocessor gestuurde Cyrix-Li-ct bevat een timer- en detectie van spanningsontwikkeling. Dit voorkomt veelvuldig schakelen als
gevolg van een daling van de systeemspanning bij aansluiting op een lege accu.
3.7 Accu
Bij meerdere parallel geschakelde accu's of serieconfiguratie moeten de twee M8 ronde contactsnoersets van elke accu in serie worden
geschakeld (serieschakeling).
Sluit aan op de BMS met de twee resterende snoeren.
4. Systeem voorbeelden
Afbeelding 1: Voorbeeld van toepassing van een losgekoppeld DC-systeem, met systeem aan-/uitschakelaar tussen L-klem en accumin
2