Table des Matières
Publicité
AANSLUITINGEN
2.7.2 Constante spanningssystemen
Bij installaties met een groot aantal geluidverspreiders en/of zeer grote
afstand tussen versterkers en luidsprekers, is het beter een
verspreidingssysteem met constante spanning (ook wel hoge impedantie
genoemd) te gebruiken. Bij dit soort installatie zijn de geluidverspreiders,
voorzien van impedantie-aanpassingstransformatoren, alle
shuntverbonden (zie voorbeeld van Afb. 2.7.2). Deze bijzonderheid
vergemakkelijkt de totstandbrenging van de installatie en indien een
luidspreker om de een of andere reden van de lijn los mocht raken,
werkt het overige deel van de installatie gewoon door. De in de
versterkeruitgang beschikbare constante spanningen liggen tussen de
50, 70 en 100 V.
• Berekening van het aantal klankverspreiders (via de kracht)
Er wordt vanuit gegaan dat zowel de versterker bepaald is (d.w.z. de
uitgangskracht van de versterker) als het type klankverspreider met
relatief opgenomen vermogen. In dit geval wordt het maximaal aantal
klankverspreiders dat met de lijn verbonden kan worden, vastgesteld
met behulp van de volgende formule:
aantal klankverspreiders =
Voorbeeld: gebruik van een AX3312 versterker met plafondverbinding
model Paso C42. De versterker kan een kracht van 120 W afgeven,
terwijl een klankverspreider een kracht van 6 W opneemt.
Om vast te stellen hoeveel klankverspreiders op de uitgangslijn zijn
aangesloten, berekent men:
aantal klankverspreiders =
• Berekening van het aantal klankverspreiders
(via de impedanties)
Indien men de impedantie van de klankverspreider kent, is het maximaal
aantal op een lijn verbindbare klankverspreiders:
aantal klankverspreiders =
waar de nominale versterkerimpedantie afgeleid kan worden uit
tabel 2.7.1.
Voorbeeld: gebruik van een AX3312 versterker met klankverspreiders
model Paso C55, met een impedantie gelijk aan 500 ohm.
Op tabel 2.7.1 ziet men dat de nominale 100 V lijnbelastingsimpedantie
gelijk is aan 83,3 ohm.
Dus:
aantal klankverspreiders =
• NB: in het meer algemene geval waarin de luidsprekers van verschillende
types zijn en/of met verschillend vermogen zijn aangesloten, is het
belangrijk na te gaan of het totale door de luidsprekers gevraagde
vermogen (dit is eenvoudigweg de som van de afzonderlijke vermogens)
lager is dan het nominale vermogen van de versterker.
2.8 LIJNUITGANG
Op de uitgang LINE OUT [21] is het stuursignaal van de vermogenssectie
beschikbaar. Dit signaal is opgebouwd uit de menging van de verschillende
bronnen vóór de algemene volumeregelaar MASTER VOLUME [7] (alleen
op de AX3306/AX3312). Dit signaal kan gebruikt worden voor het besturen
van vermogensunits en/of naar een opnameplaat gestuurd worden.
24
kracht versterker
kracht klankverspreider
120 W
= 20
6 W
impedantie klankverspreider
nominale versterkerimpedantie
500 Ω
= 6
83,3 Ω
2
2.7.2 Sistemas de tensión constante
En caso de instalaciones con muchos difusores y/o con distancias largas
entre amplificadores y altavoces es preferible utilizar un sistema de
distribución de tensión constante (definido también como de alta
impedancia). En este tipo de instalación, todos los difusores, provistos
de transformadores de adaptación de impedancia, están conectados en
derivación de la línea (ver el ejemplo de la Fig. 2.7.2); esto facilita la
realización de la instalación y además permite que el resto de la instalación
continúe funcionando regularmente cuando un altavoz, por cualquier
motivo, se desconecta de la línea. Las tensiones constantes disponibles
a la salida del amplificador son de 50, 70 y 100 V .
• Cálculo del número de difusores (mediante las potencias)
Supongamos que hemos definido tanto el amplificador (es decir su
potencia de salida) como el tipo de difusor con la correspondiente
potencia absorbida. En este caso el máximo número de difusores que
se puede conectar a la línea está determinado por la siguiente fórmula:
número de difusores =
Ejemplo: utilicen un amplificador AX3312 con un plafón modelo Paso
C42. El amplificador es capaz de suministrar una potencia equivalente
a 120 W, mientras un difusor absorbe una potencia de 6 W.
Para saber cuántos difusores se pueden conectar a la línea de salida se
calcula:
número de difusores =
• Cálculo del número de difusores
(mediante las impedancias)
Si el dato a disposición es la impedancia del difusor, el número máximo
de difusores que se pueden conectar a una línea es:
número de difusores =
donde la impedancia nominal del amplificador se halla mediante la
tabla 2.7.1.
Ejemplo: utilicen un amplificador AX3312 con difusores tipo
Paso C55, que presentan una impedancia equivalente a 500 ohm.
on la tabla 2.7.1 se ve que la impedancia nominal de carga de la línea a
100 V equivale a 83,3 ohm.
Por consiguiente:
número de difusores =
• NOTA BIEN: En el caso más general en que los difusores sean de tipo
diferente y/o estén conectados con diferente potencia, es importante
verificar siempre que la potencia total requerida por los difusores
(conseguida simplemente sumando las potencias individuales) sea inferior
a la nominal del amplificador.
2.8 SALIDA DE LÍNEA
En la toma de salida LINE OUT [21] hay disponible la señal de pilotaje de
la parte de potencia, compuesta por la mezcla de las diferentes fuentes
antes del mando de volumen general MASTER VOLUME [7] (disponible
sólo en AX3306/AX3312). Dicha señal se puede utilizar para pilotar
unidades de potencia y/o se puede enviar a una platina de grabación.
SERIES 3300
CONEXIONES
potencia amplificador
potencia difusor
120 W
6 W
impedancia difusor
impedancia nominal amplificador
500 Ω
83,3 Ω
= 20
= 6
Publicité
Table des Matières
