NL
VÓÓR HET EERSTE
GEBRUIK
1. Veeg het apparaat af met een schone,
vochtige doek. Maak de lade (4) en
het rooster (3) schoon met afwasmid-
del en warm water. Het rooster kan
ook in de vaatwasser worden schoon-
gemaakt.
2. De eerste inbedrijfstelling van het
apparaat dient zonder levensmidde-
len plaats te vinden, omdat eventu-
ele coatingrestanten een geur- en
rookontwikkeling zouden kunnen
veroorzaken. Volg hiervoor de aanwij-
zingen in de hoofdstukken 'Plaatsen
en aansluiten' en 'Gebruik' en laat het
apparaat zonder inhoud gedurende
ca. 15 tot 20 minuten opwarmen op
de hoogste temperatuurstand.
3. Reinig het apparaat vervolgens
opnieuw (zie hoofdstuk 'Reinigen en
opbergen').
PLAATSEN EN
AANSLUITEN
Opgelet!
■
Plaats het apparaat niet onder keu-
kenkastjes e.d. Door de opstijgende
stoom zouden deze beschadigd
kunnen raken!
■
Sluit het apparaat alleen aan op een
contactdoos die is geïnstalleerd vol-
gens de voorschriften en die overeen-
stemt met de technische gegevens.
De contactdoos moet ook na het aan-
sluiten goed toegankelijk zijn, zodat
de verbinding met het stroomnet snel
kan worden verbroken.
■
Plaats het apparaat nooit op een
zachte ondergrond. De ventilatieope-
ningen aan de onderkant van het ap-
paraat mogen niet worden afgedekt.
44
Anders zou het apparaat oververhit en
beschadigd kunnen raken.
■
Let op dat de aansluitkabel niet
bekneld raakt, geknikt of over scherpe
randen gelegd wordt en dat hij niet in
aanraking komt met hete oppervlak-
ken (bijv. van het apparaat).
1. Plaats het apparaat op het aanrecht
of een ander droog, schoon, vlak en
hittebestendig werkoppervlak. Zorg
voor voldoende ruimte aan alle zijden
(min. 20 cm richting zijkanten en
50 cm richting bovenkant).
2. Wikkel de aansluitkabel (2) volledig af
en steek de stekker in een goed toe-
gankelijke contactdoos die volgens
de voorschriften is geïnstalleerd.
TOEBEHOREN
Lade
In de lade (4) worden de spijzen bereid.
Deze moet in de hoofdeenheid (7) zijn
geplaatst als het apparaat in gebruik
wordt genomen.
Rooster
Het rooster (3) moet tijdens het gebruik
van het apparaat in de lade (4) zijn
geplaatst, zodat de luchtcirculatiefunctie
niet wordt belemmerd.
Voor het bakken kan ook een kleine oven-
schaal op het rooster worden gezet.
TIPS
•
Voor de bereiding van gerechten is
meestal geen of slechts weinig olie
nodig. Olie kan als smaakmaker aan
voedsel worden toegevoegd door het
voedsel te besproeien met een beetje
olie uit de olieverstuiver.
•
De gaartijd is afhankelijk van de
grootte en de hoeveelheid van de
levensmiddelen, en van de gaartem-