Handleiding voor locomotieven met midden-
NL
geleider
Eigenschappen van een ontvangerbouwsteen in een
oogopslag
– Multi-protocolbedrijf mogelijk (Motorola Digital, AC analoog, DCC digi-
tal, DC analoog)
– Volautomatische, snelle wisseling tussen alle 4 de bedrijfsmogelijkheden
– Motorregeling
– Motorfrequentie > 18,75 kHz
– Ondersteuning van afremstukken
– 14 rijstappen bij Motorola* -bedrijf, 14, 27, 28 of 128 rijstappen bij
DCC-bedrijf
– Locadressen programmeerbaar
– NMRA compatible
– Eenvoudige veranderingen van de bedrijfsparameters mogelijk: de loc
hoeft niet geopend te worden
– Richtingsafhankelijke verlichting
– Rangeersnelheid (halvering van alle snelheden) schakelbaar met de F3
-toets
– In- en uitschakelen van de optrek- en remtijden met de F4 -toets
– Tegen piekstroom beveiligd
Gebruik van de locomotief
Het voertuig is uitgerust met een decoder van de fa. Uhlenbrock. Zij kan
zowel op conventionele wisselstroombanen met een middengeleider als
op digitale banen met een middengeleider worden gebruikt. De decoder
heeft als bijzondere eigenschap, dat het systeem automatisch wordt
herkend.
Bij digitaalbedrijf hebben stoomlocs het adres 78, diesellocs het adres
72, treinstellen het adres 60 en elocs het adres 24.
• Analoogbedrijf
Bij analoogbedrijf gedraagt de decoder zich als een conventionele
rijrichtingsomschakelaar.
• Digitaalbedrijf
Het voertuig kan op DELTA- of middengeleider digitaalbanen
(Motorola*/DCC) worden ingezet.
Toets F3 van het stuurapparaat schakelt de rangeersnelheid (halvering
van alle snelheden) in, resp. uit.
Toets F4 van het stuurapparaat schakelt de ingestelde vertraging voor
het optrekken en remmen in en uit.
• Motorola-bedrijf
Het voertuig kan met alle Motorola –systemen resp. compatible syste-
men worden gebruikt. De functies F1 t/m F4 kunnen echter alleen met
het zgn. "nieuwe Motorola*-format" worden benut. Om deze te
activeren moeten op de Central Unit 6021 de DIP schakelaars 1 en 2
in de bovenste positie ("ON") worden gezet.
• DELTA-bedrijf
Omdat het adres van de voertuigdecoder fabrieksmatig is ingesteld,
kan het voertuig zonder verdere programmering met het DELTA stuur-
apparaat middels de overeenkomstige symbolen worden aangestuurd.
Bezitters van het DELTA systeem hebben het probleem dat daar geen
lichttoets beschikbaar is. Het voertuig kan echter zo worden ingesteld
dat de lichten continu oplichten (natuurlijk afhankelijk van de rijrichting).
Voorwaarde daarbij is dat bijvoorbeeld met de Central Unit 6021, in CV
51 een waarde + 4 wordt in geprogrammeerd.
• DCC-bedrijf
Het gebruik van het voertuig is met alle DCC compatible systemen mogelijk.
Bedrijfsparameters
Het voertuig kent veel bedrijfsparameters. Alle parameters zijn in zgn.
CVs (Configuratie Variabelen) opgeslagen. Deze kunnen gericht worden
veranderd, afhankelijk van de gebruikte stuurcentrale. Een opsomming
van de CVs treft u op het einde van deze handleiding aan.
• Parameter veranderingen met de Central Unit 6021
(De draaiknop moet op 0 staan. Er mogen geen andere voertuigen op
de modelbaan staan. Let op de knippersignalen van het voertuig!).
13