de vue de la porte, b: à une hauteur minimale de 1,5 mètres,
de manière que les petits enfants ne puissent pas l'atteindre
et c: éloigné de toutes les pièces en mouvement de la porte.
6. Après le montage du mécanisme d'ouverture, il faut que la
porte reparte dans l'autre sens dès lors qu'elle touche un
objet de 50 mm de hauteur.
7. Il faut s'assurer, après le montage, qu'aucune partie de la
porte ne dépasse sur des trottoirs ou rues publiques.
8. Il faut s'assurer, après le montage, que l'entraînement
empêche le mouvement d'ouverture ou l'arrête dès lors que la
porte est chargée d'une masse de 20 kg fixée au centre de
l´arête inférieure de la porte (pour les entraînements qui
peuvent être employés avec une porte ayant des ouvertures
d'un diamètre supérieur à 50 mm dans le battant de la porte).
6. Functies
Openen en sluiten via signaalimpuls door handzender,
binnentoets of codeslot. (Zie speciale accessoires)
Zend-code-manipulatie bescherming (scan-bescherming)
beschermt tegen het onbevoegd openen van de garagepoort
Botst de deur tijdens het openen of sluiten tegen een hindernis,
dan stopt de deur en wordt de deur ontlast. Bij de volgende
impuls beweegt de deur in de tegengestelde richting.
De deur kan in elke tussenstand door een impuls gestopt
worden.
Door de volgende impuls na de tussenstop beweegt de deur in
de tegengestelde richting.
De deur wordt door de zelfremmende aandrijving gesloten
gehouden.
Alle vergrendelingen op de deur moeten verwijderd
worden!
Als extra beveiliging raden wij het deurknipslotset)
De poort kan worden ontgrendeld d.m.v. een
noodontgrendeling en vervolgens met de hand worden
bediend.
De geïntegreerde verlichting schakelt door een
bedieningsimpuls automatisch ca. 2,5 minuten aan.
7. Belangrijke wenken
Montage- en gebruiks aanwijzing goed in acht nemen.
Gelieve punt 15 „Inbedrijfstelling" in acht te nehmen.
De garagepoortaandrijving TA 70 is uitsluitend voor ge-
bruik in de particuliere sector bedoeld ! Elk ander gebruik
wordt als niet reglementair beschouwd.
Netaansluiting mag alleen door een elektromonteur
genstalleerd worden. (behoort niet tot de service)
Netstekker eruit trekken bij: Eraf halen van de afdek-
kap,werken aan het aandrijfgedeelte.
Gloeilampen tot max. 25 watt gebruiken.
Deuraandrijving alleenbedienen: Als u vrij zicht
heeft op de garagedeur, als het draaibereik van de deur
vrij is.
Enkel de garage in of uit rijden als de garagepoort helemaal
open is.
Alleen in of uit de garagerijden, als de garagedeur
helemaal open is.
Mocht bij lage temperaturen de beveiliging tegen hinder-
nissen in werking worden gesteld als gevolg van de
materiaaltraagheid van de garagepoort, dient het aanleren
van de eindposities "poort dicht" en "poort open"
(pt. 15.1) te worden herhaald.
Deuraanslag op de grond schoon houden (sneeuw, ijs, stenen
enz.)
Alleen in droge ruimten installeren - niet met water spatten.
Bij garages die niet over een tweede toegang beschikken
moet in elk geval de noodontgrendeling ingebouwd zijn.
(14.11)
Bij storingen of gevaar de poort met de hand openen.
In de auto de zender zo dicht mogelijk bij de
voorruit houden. Toets min.1 seconde lang indrukken.
Nooit met aangesloten toestel in de profielrail grijpen!
Gevaar voor kneuzing!
Controle van de poort / poortinstallatie: De constructie van
de aandrijving is niet berekend voor gebruik bij poorten die
met de hand slechts moeilijk kunnen worden geopend of
gesloten. Vandaar is een controle van de poortinstallatie
noodzakelijk om veilig te stellen dat de poort ook met de hand
gemakkelijk kan worden bediend. Te dien einde heft u de
poort ca. 1 m op en laat hem dan weer los. De poort moet in
zijn positie blijven staan en noch omhoog noch omlaag
bewegen. Beweegt de poort toch in één van de beide
richtingen, bestaat het gevaar dat de compensatieveren niet
correct zijn afgesteld. In dit geval dient men rekening te
houden met een verhoogde slijtage en foutieve werking van
de poortinstallatie.
Let op! Levensgevaar! Probeer niet de compensatieveren
voor de uitbalancering van de poort of hun houders te
vervangen, te herstellen of te verplaatsen. Ze staan onder
spanning en kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.
Controleer bovendien de gehele poortinstallatie (scharnieren,
lagers van de poort, kabels, veren en bevestigingscomponenten)
op slijtage en eventuele beschadigingen. Controleer of roest,
corrosie of barstjes voorhanden zijn. De poortinstallatie mag niet
worden gebruikt indien ze aan herstellingen of
afstelwerkzaamheden toe is, want een fout in de poortinstallatie
of een foutief gerichte poort kan eveneens tot zware letsels
leiden.
Aanwijzing: Alvorens de aandrijving te installeren is het aan te
bevelen voor uw veiligheid werkzaamheden aan de
compensatieveren van de poort en, indien nodig, onderhouds- en
herstelwerkzaamheden door uw garagepoort-klantendienst te
laten doorvoeren.
8. Onderhoud
Let er goed op dat de kabel voor het ontkoppelen van de poort
niet defect en correct gejusteerd is.
De kettingspanning moet tweemaal jaarlijks worden gecon-
troleerd en bijgeregeld. (De ketting moet los maar niet door-
hangend worden gespannen). Het aanleren van de eind-
posities (pt. 15.1) moet worden herhaald.
De kettingspanning moet 2 x per jaar gecontroleerd en
bijgesteld worden.(De ketting moet los worden opgespannen,
maar mag niet doorhangen.)
Vuil of spinnenwebben op het telwiel (wisselstukkenlijst pos.
20) dienen b.v. door perslucht te worden verwijderd. Op die
manier voorkomt u het verschuiven van de eindposities.
Slede en meenemer 2 x per jaar nakijken.
De deur 1 x per jaar controleren, evt. bijstellen en smeren.
Aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
Smeervoorschrift:
Rails alsook de bout in de keerrol (34/35) bij de montage
smeren en eenmaal jaarlijks bijsmeren.
Rail waarop de slede en de meenemer glijden, smeren en
eenmaal jaarlijks bijsmeren.
9. Opmerking voor de vakman:
Ter controle van de elektronische en elektrische componenten
door de Service-dienst, moeten in geval van twijfel de
besturingsprint en de handzender mee ingeleverd worden.
10. Belangrijke veiligheidsinstructies
OPGELET - Ter voorkoming van ernstige verwondingen of de
dood:
Voor de veiligheid van personen is het van levensbelang
dat alle instructies worden opgevold.
De afstandsbediening dient te worden bewaard zodat de
poortinstallatie er niet door onbevoegden, blootgestelde per-
sonen en kinderen kan mee worden bediend. Evenmin mogen
de poortcodeereenheid en de binnentoets door de bovenver-
melde personen bedienbaar zijn.
15