[902][101] Afmelden bedienpaneel
1. Voer [902][101] of gebruik de [<][>]-toetsen en druk op [*].
2. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar het specifiek bedienpaneel
dat moet worden verwijderd te scrollen.
3. Druk op [*] om de module te selecteren en druk dan wanneer
daarom wordt gevraagd weer op [*]om hem te verwijderen.
[903][101] Bevestiging bedienpaneel
De inschrijving van afzonderlijke bedienpanelen bevestigen en
deze fysiek lokaliseren:
1. Voer [903][101] of gebruik [<][>] en druk op [*].
2. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar het betreffende bedienpaneel
te scrollen. Het serienummer en plaats nummer van de module
worden op het bedienpaneel weergegeven en de status LED's op
het apparaat knipperen.
3. Druk op [*] om het bedienpaneel te bevestigen. Als tijdens de
bevestiging de communicatie met een module wegvalt, wordt er
gedurende 1 seconde een waarschuwingsbericht getoond voordat de
sectie wordt verlaten.
Een blok aan het bedienpaneel toewijzen
Het bedienpaneel zal moeten worden toegewezen aan een blok als
controle of bedienpaneel zones worden gebruikt. De toekenning van
een keypad en de programmering van de bedienpaneel opties moe-
ten voor ieder bedienpaneel afzonderlijk worden uitgevoerd.
Voor elk bedienpaneel dat op het systeem is geïnstalleerd:
1. Druk op [*][8][installatiecode].
2. Voer [861]-[876] voor bedienpaneelprogrammering en het bedien-
paneelblokmasker, wat overeenkomt met bedienpanelen 1-16.
3. Druk op [*] voor bloktoewijzing.
4. Voer 01-08 voor bloktoewijzing of gebruik de [<][>]-toetsen om
naar de specifieke blok te scrollen. Als er geen blokken worden
gebruikt, voert u [01] in. Voor algemene bedienpanelen (Globale
Bedienpanelen) ) drukt u op [00].
5. Druk twee keer op de toets [#] om programmering te verlaten.
6. Herhaal deze procedure op elk bedieningspaneel totdat deze alle-
maal zijn toegewezen aan de juiste blok.
Programmering labels (LCD--
bedienpanelen)
1. Druk op [*][8][installatiecode].
2. Druk op [*] en gebruik de [<][>]-toetsen om naar zonelabels te
scrollen en druk opnieuw op [*]. De eerste zone wordt weer-
gegeven. U kunt ook [000][001] invoeren.
3. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar het zonelabel te scrollen dat
u wilt programmeren en druk op [*] of voer het zonenummer (bijv.
001, voor zone label 1) in.
4. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar de locatie van het gewenste
teken te bladeren.
5. Voer het nummer van de corresponderende tekengroep in totdat
het gewenste teken wordt weergegeven (zie onderstaande tabel).
Druk bijvoorbeeld drie keer op de "2"-toets om de letter "F" in te
voeren. Druk vier keer op de "2"-toets om het cijfer "2" in te
voeren. Druk op [*], en scroll naar "Opslaan". Druk nogmaals op
[*] om het label op te slaan. Om een t eken te verwijderen,
gebruikt u de [<][>]-toetsen om de cursor onder het teken te zetten,
en drukt u vervolgens op [0]. Als er een andere toets dan [<][>]
wordt ingedrukt voor [0], springt de cursor een positie naar rechts
en verwijdert het teken daar.
[1] - A, B, C, 1 [5] - M, N, O, 5 [9] - Y, Z, 9, 0
[2] - D, E, F, 2 [6] - P, Q, R, 6
[0] - Spatie
[3] - G, H, I, 3
[7] - S, T, U, 7
[*] - Selecteer
[4] - J, K, L, 4
[8] - V, W, X, 8 [#] - Escape
HOOFD-/KLEINE LETTER - Verdere tekstinvoer schakelt over
tussen hoofdletters (A, B, C...) en kleine letters (a, b, c ...).
ASCII-INVOER - wordt gebruikt voor het invoeren van speciale
tekens. Geldige invoer is tussen 000 en 255. Gebruik de [<][>]
toetsen om door de tekens te bladeren of een 3-cijferig nummer tus-
sen 000-255 in te voeren. Druk op de [*] toets om het teken in te
voeren in het label.
VERWIJDER TOT EINDE - verwijdert de tekens op de display
van het teken waar de cursor zich bevond tot aan het einde van de
display.
DISPLAY WISSEN - Wist het gehele label.
Begin opnieuw bij stap 2 tot alle labels geprogrammeerd zijn.
Labelbibliotheek
De labelbibliotheek is een database met woorden die doorgaans
wordt gebruikt bij het programmeren van labels. Afzonderlijke
woorden kunnen worden gecombineerd zoals. Voorkant + Deur.
Elke regel van het scherm ondersteunt maximaal 14 tekens. Als
een woord niet op een lijn past, scrolt u naar rechts tot de cursor
verschijnt bij het eerste teken van de tweede lijn. Voeg vervolgens
het woord toe.
Om een a angepast etiket met de labelbibliotheek te programmeren:
1. Voer [*][8][installatiecode][000][001].
2. Voer [001] (om het label voor zone 01 te programmeren) in, of
gebruik de [<][>]-toetsen om naar de zonelabels te scrollen en druk
vervolgens op [*]. De huidige label naam voor die zone wordt weer-
gegeven.
3. Druk op [*] om het menu te openen.
4. Druk nogmaals op [*] om de optie "Woordinvoer" te selecteren.
5. Voer het 3-cijferige nummer dat overeenkomt met een woord
(zie woordenbibliotheek) of gebruik de [<][>] toetsen om woorden
te bekijken in de bibliotheek.
6. Druk op [*] om het woord te selecteren.
7. Als u nog een woord wilt toevoegen, herhaalt u de bovenstaande
procedure vanaf stap 3.
8. Om een spatie toe te voegen, drukt u op de rechter navi-
gatietoets [>].
9. Om tekens te wissen, selecteert u "Wissen tot einde" of "Dis-
play wissen" in het menu.
10. Druk op [#] om het huidige label op te slaan en af te sluiten.
Doorsturen van LCD-labels
Indien meer dan één LCD-keypad op het systeem aanwezig is, wor-
den labels die geprogrammeerd zijn op een keypad uitgezonden
naar alle andere LCD-bedienpanelen direct na de wijziging wordt
bevestigd.
Veranderen helderheid/contrast/buzzer
LCD-bedienpanelen
1. Druk op [*][6][Mastercode].
2. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar helderheidsbeheer, con-
trastbeheer of zoemerbeheer te scrollen.
3. Druk op [*] om een van de volgende instellingen te selecteren:
Helderheid/LED- balkbeheer:
l
tergrondverlichtingniveaus beschikbaar.
Contrastbeheer: Er zijn 15 verschillende contrastniveaus voor
l
de display beschikbaar.
Zoemerbeheer: Er zijn 15 verschillende zoemerniveaus
l
beschikbaar.
4. Gebruik de [<][>]-toetsen om naar de gewenste instelling te bla-
deren.
Er
zijn
15
ach-