2
Veiligheid
2.1
Voorgeschreven gebruik
De terugstuwpompinstallatie dient als afwateringsinstallatie voor fecaliënhoudend en fecaliënvrij, huishoudelijk en
bedrijfsmatig afvalwater.
2.2
Personeelskeuze en -kwalificatie
Personen die de terugstuwpompinstallatie monteren, moeten
– minstens 18 jaar oud zijn.
– voldoende geschoold en gekwalificeerd zijn voor de betreffende activiteiten.
– de desbetreffende technische regels en veiligheidsvoorschriften kennen en opvolgen.
Gekwalificeerd personeel bestaat uit personen die door hun opleiding en ervaring en hun kennis van
desbetreffende bepalingen, geldige normen en ongevalpreventievoorschriften de telkens vereiste activiteiten
uitvoeren en daarbij mogelijke gevaren kunnen herkennen en voorkomen.
Werkzaamheden aan elektrische componenten mogen uitsluitend door daarvoor opgeleid geschoold personeel
en met inachtneming van alle geldende regelingen van de ongevalpreventievoorschriften (OPV-en) worden
verricht.
2.3
Organisatorische veiligheidsmaatregelen
De gebruiks- en onderhoudshandleiding moet altijd beschikbaar worden gehouden.
2.4
Gevaren die uitgaan van het product
2.4.1 Gevaar door speciale plaats / omgevingsfactoren
Gevaar door giftige en voor de gezondheid gevaarlijke dampen, gassen en stoffen (bv. bacteriën, virussen).
Als de terugstuwpompinstallatie zich in een schacht bevindt, moeten vereiste werkzaamheden daarin
uitsluitend door geschoold personeel (zie 2.2) worden uitgevoerd.
2.4.2 Gevaar door stroomstoot bij afgeschroefde stekker
Bij de besturingskast bestaat het gevaar van een elektrische stroomstoot, als de stekker voor de
stroomvoorziening van de pompen gedemonteerd is. De dopmoer van de elektrische stekker moet zo vast
gemonteerd zijn dat hij niet zonder gereedschap (bv. door kinderen) kan worden losgedraaid.
2017/04
Veiligheid
95 / 132
010-843