Tips Voor Het Gebruik - EUROM HP1404 Livret D'instructions


Neem evt. het dopje van de wateruitlaatopening weg en sluit de hogedrukslang aan op de
wateruitlaat van het apparaat, zie afb. 3-1.

Bevestig een vrouwelijke snelkoppeling op de watertoevoerslang en koppel deze vervolgens op de
waterinlaat van het apparaat. Controleer, voor u de toevoerslang op het apparaat aansluit, of het
filter in de aansluiting schoon is! De (niet-meegeleverde) watertoevoerslang dient een minimale
doorsnee van 13 mm (1/2") te hebben en versterkt te zijn.

Sluit de andere zijde van de watertoevoerslang met een
snelkoppeling aan op de (gesloten) watertoevoerkraan (max. Druk
0,7Mpa, max. Watertemperatuur 40°C.).
Opbouw terrasreiniger: zie afbeelding 4
Let op!

De watervoorziening dient minimaal het waterverbruik van het apparaat (5,5 l/min.)te leveren! De
pomp dient altijd voldoende water aangevoerd te krijgen; 'droogdraaien' veroorzaakt schade.

De watertemperatuur mag niet hoger zijn dan 40°C.; de druk van het toegevoerde water mag niet
meer dan 0,7 MPA (7 bar) bedragen.

Met dit apparaat mag alleen schoon water worden verspoten. Onzuiverheden of agressieve
chemicaliën beschadigen het apparaat! Spoel de watertoevoerslang even door voordat u hem met
het apparaat verbindt, om te voorkomen dat zand of vuil in het apparaat terecht komt.
WERKING

De reiniger dient rechtop op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond te staan (handgreep
omhoog). Plaats hem niet in hoog gras o.i.d.!

Draai de Aan/Uit-knop op stand OFF/O (Uit).

Controleer of de gegevens van het stopcontact dat u wilt gebruiken, overeenkomen met die op het
typeplaatje van het apparaat. Is dat het geval, steek dan de stekker in het stopcontact.

Draai de watertoevoer helemaal open.

Ontgrendel het veiligheidsslot onderop de spuithandgreep.

Knijp nu de trekker enkele seconden in om de slang te ontluchten.

Zet het apparaat nu aan door de Aan/Uit-knop op I/ON te zetten; de motor zal even starten, maar zo
lang de trekker niet ingeknepen is, weer stoppen.

Richt de nozzle op de grond en knijp nu de trekker in; het apparaat start zijn werking.

Door het automatische start/stop-systeem werkt de motor alleen met ingeknepen trekker.

De straal van de spuitlans kan worden bijgesteld van puntstraal tot vlakstraal, door aan de kop van
de lans te draaien. Doe dit nooit tijdens het spuiten!

De turbolans brengt een een roterende puntstraal voort.

TIPS VOOR HET GEBRUIK


Als de waterstraal uit de nozzle komt veroorzaakt dat een terugslag van het spuitpistool. Zorg er dus
voor dat u stabiel staat en het spuitpistool stevig vast hebt. Let er ook op dat door de hoge druk van
de waterstraal geen voorwerpen van hun plaats schieten en vallend of rondslingerend schade
kunnen veroorzaken. Kies ook voor uzelf een veilige plaats!

Als u de trekker van het spuitpistool ontspant, stop de machine automatisch. Wanneer u hem weer
inknijpt zal hij opnieuw starten.

Als de elektriciteitsvoorziening te wensen overlaat, kan het afgegeven voltage bij inschakeling van
het apparaat even terugvallen. Dat kan van invloed zijn op andere aangesloten apparatuur (lampen
6