Anleitung CEN 150-1 Euromaster
2. Aan beide handen moeten kaphandschoenen
van een geschikte stof (leer) worden gedragen.
Deze moeten zich in een onberispelijke toestand
bevinden.
3. Om de kleding tegen rondvliegende vonken en
verbranding te beschermen, moeten geschikte
schorten worden gedragen. Als de aard van de
werkzaamheden, bijv.bovenhands lassen, dat
vereist, moet een beschermingspak en eventueel
ook een veiligheidshelm worden gedragen.
Bescherming tegen straling en
verbranding
1. Op de werkplaats door een uithangbord "Voor-
zichtig, niet in de vlammen kijken!" waarschuwen
tegen het gevaar voor de ogen. De werkplaats
moet zo goed mogelijk worden afgeschermd, zo-
dat de personen die zich in de buurt bevinden
voldoende beschermd zijn. Onbevoegde per-
sonen moeten uit de buurt van de laswerk-
zaamheden worden gehouden.
2. In de onmiddellijke buurt van vaste werkplaatsen
mogen de muren niet lichtgekleurd of glanzend
zijn. Vensters moeten ten minste tot ooghoogte
tegen het doorlaten en weerkaatsen van stralen
beschermd zijn, bijv. door een geschikte verflaag.
SYMBOLEN EN TECHNISCHE
GEGEVENS
EN 50 060
Europese norm voor
lastoestellen voor handmatig
booglassen met beperkte
inschakelduur.
Eenfasetransformator
1
1
50 Hz
Netfrequentie
U
Netspanning
1
I
max
Maximale ingangsstroom
1
Zekering met nominale waarde in
ampère
U
Nominale nullastspanning
0
I
Lasstroom
2
Ø mm
Elektrodediameter
nc/nc
Aantal laselektroden dat kan worden
1
afgesmolten
a) van koude toestand tot reageren
12.08.2003
14:47 Uhr
van de temperatuursensor (nc) en
b) binnen het eerste uur van de
koude toestand (nc
)
1
nh/nh
Aantal laselektroden dat kan worden
1
afgesmolten
a) in hete toestand tussen
in- en uitschakelen van de
temperatuursensor (nh)
en
b) tijdens een uur in hete
toestand vanaf het opnieuw
inschakelen (nh
)
1
Symbool voor dalende karakteristiek
Symbool voor handmatig
booglassen met omhulde
staafelektroden
1
1-fasenetaansluiting
IP 21
Beschermingsgraad
H
Isolatieklasse
Het toestel is ontstoord conform de EG-richtlijn
89/336/EEG.
Netaansluiting:
230 V
Lasstroom (A) cos Ê = 0,73:
Elektroden (Ø mm):
2 (n
: 48 / n
c
-2,5 (n
: 12 / n
c
Nullastspanning (V):
Opgenomen vermogen: 4 kVA bij 80 A cos Ê = 0,73
Zekering (A):
5. Lasvoorbereidingen
De aardingsklem (2) wordt direct op het te lassen
stuk of op de ondergrond waarop het te lassen stuk
is geplaatst, bevestigd.
Opgelet! Zorg ervoor dat een direct contact met het
te lassen stuk bestaat. Mijd dus gelakte oppervlakken
en/of isolatiematerialen. De elektrodehouderkabel
heeft aan het uiteinde een speciale klem die dient om
de elektrode vast te klemmen. De laskap moet tijdens
het lassen altijd worden gebruikt. Deze beschermt de
ogen tegen de van de lichtboog uitgaande
lichtstraling en laat toch toe de blik op het te lassen
stuk te vestigen.
6. Lassen
Seite 13
NL
50 Hz
55 - 80
:10)
h
:2)
h
45 - 48
16
13