Anl KSE 2040 WK SPK1
05.07.2006
NL
de bedienaar worden gestoten mocht de zaag-
ketting vastklemmen. Daarom is het aan te raden
indien mogelijk met de onderkant van de rail te
zagen omdat de zaag weg van het lichaam in de
richting van het hout wordt getrokken (zie fig. 7
en 8).
Bij het snoeien van takken dient de elektrische
kettingzaag zoveel mogelijk op de stam te wor-
den ondersteund. Hierbij mag niet met de top
van de rail worden gezaagd (terugstootgevaar,
zie fig. 6).
Op aanrollende boomstammen letten.
Terugstoot!
Een terugstoot van de kettingzaag kan ontstaan
als de top van de rail (vooral het bovenste kwart)
onbedoeld hout of andere vaste voorwerpen
raakt. Daarbij wordt de elektrische zaag onge-
controleerd met hoge energie in de richting van
de bedienaar van de zaag geslingerd (lichamelijk
gevaar!!).
Fig. 6
U vermijdt zaagongevallen als u niet met
top van de rail zaagt; de top kan bliksems-
nel omhoogslaan. Bij het werken met de
zaag volledige beschermende uitrusting
dragen.
Beveilig uw werkstuk.
Gebruik spaninrichtingen om het werkstuk
vast te zetten. Daardoor kan u de machine
met beide handen veilig bedienen.
Terugstoot leidt tot ongecontroleerd gedrag van de
zaag. Daardoor bestaat het gevaar dat u zware ver-
wondingen oploopt. Niet met een botte ketting of
met onvoldoende kettingspanning zagen. Een
ondeskundig geslepen ketting verhoogd het terug-
stootrisico. Nooit boven uw schouder zagen.
20. Wenken voor het gebruik
Hout in stukken zagen
(zie fig. 4 en 5)
Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht en ga als
volgt te werk om hout in stukken te zagen: Hout vei-
lig opleggen. Korte houtblokken vóór het zagen
beveiligen door vastspannen. Enkel hout of houten
voorwerpen zagen. Er bij het zagen op letten dat
geen stenen, nagels enz. worden geraakt. Deze kun-
nen wegspringen en de zaagketting beschadigen.
Vermijd ieder contact van de draaiende zaag met
draadhekken of met de grond. Bij het afsnoeien moet
de machine zoveel mogelijk worden gesteund.
Hierbij mag niet met de top van de rail worden
36
9:45 Uhr
Seite 36
gezaagd. Let op hindernissen zoals boomstronken,
wortels, sloten en heuvels; struikelgevaar!
Let wel:
Kettingzaag moet onmiddellijk vóór het contact met
het hout draaien!
Inschakelen (fig. 1): Beveiliging (4a) tegen onbedo-
eld inschakelen en tegelijkertijd de AAN/UIT-schake-
laar (4) indrukken. Onderste klauw (12) in contact
brengen met het hout. Kettingzaag aan de achterste
handgreep (5) omhoogtrekken en het hout in zagen.
Kettingzaag iets terugzetten en klauw (12) lager aan-
zetten. Wees voorzichtig bij het snijden van gesplin-
terd hout. Houten stukken kunnen worden meeges-
leurd.
Uitzetten: AAN / UIT-schakelaar loslaten.
Netstekker uit het stopcontact trekken.
Kettingzaag alleen met draaiende zaagketting
het hout uit trekken. Wie zonder aanslag zaagt
kan naar voren worden gesleurd.
Hout onder spanning
Fig. 10.1:
Stam aan de bovenkant onder
spanning.
Gevaar:
boom slaat omhoog!
Fig. 10.2:
Stam aan de onder
kant onder spanning.
Gevaar:
boom slaat naar
beneden!
Fig. 10.3:
Dikke stammen en grote
spanning
Gevaar:
boom slaat bliksemsnel
met geweldige macht uit!
Fig. 10.4:
Stam zijdelings gespannen.
Gevaar:
boom slaat uit naar de
zijkant.
Bomen vellen
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht en ga
bij het vellen van bomen als volgt te werk:
Met de kettingzaag mag u enkel bomen vellen waar-
van de diameter kleiner is dan de lengte van de
geleiderail! Nooit proberen de vastzittende zaag met
draaiende motor vrij te krijgen. Vastzittende zaagket-
ting vrijzetten met behulp van een houten wig!
Let op!
Gevarenzone: vallende bomen kunnen ande-
re bomen meesleuren. Daarom wordt als
gevarenzone (velzone) de dubbele lengte van
de boom aangenomen. (Fig. 11).
Let op:
Voordat u begint te snijden dient u een vlucht-