Programmeren van de scènes in het geheugen
Het is mogelijk 9 verschillende programma's met elk 50 stappen (scènes) in het geheugen vast te
leggen. Druk kort op de toetsen PROJECTORS of PROGRAM indien de display niet vier maal het
cijfer 0 vertoont. Houd nu de toets PROGRAM ingedrukt (± 2 à 3 seconden) tot het cijfer in het
displayvenster PROGRAM begint te knipperen met ook hier rechtsonder een punt welke de
keuzemogelijkheid aangeeft. Kies met de UP/DOWN toetsen het gewenste programmanummer (1 t/m
9. De groene programmaLED blijft knipperen om aan te geven dat het apparaat in de
programmeerstand staat. Druk vervolgens op de toets PROJECTORS en kies met de UP/DOWN
toetsen het juiste lichteffect (projector of dimmer). Hierbij moet het lichteffect zijn aangesloten en op
het juiste startadres staan ingesteld. Controleer of de projector of dimmer reageert op de controller.
Regel nu met de schuifregelaars het gewenste effect, spiegelstand of geprojecteerde kleur en leg
deze instelling vast door op de toets INSERT te drukken. Het getal in het venster 'SCÈNE' wordt
automatisch opgehoogd en u kunt nu de volgende scène op dezelfde wijze programmeren door met
de schuifregelaars een nieuwe instelling te kiezen en vervolgens weer op de toets ÍNSERT te drukken.
U heeft de mogelijkheid tot 50 scènes in een programma vast te leggen. Druk kort op de toets
PROGRAM om het programmeren te beëindigen.
Verwijderen van geprogrammeerde gegevens
Scènes verwijderen
Houd de toets PROGRAM ingedrukt totdat het 'program' display knippert. Kies met de knop SELECT
het scènedisplay (twee punten zijn zichtbaar). Selecteer met de UP/DOWN toetsen de scène die u wilt
verwijderen en druk daarna tweemaal op de toets DELETE. Verlaat de programmeerstand door kort
op toets PROGRAM te drukken.
Programma's verwijderen
Het is mogelijk alle vastgelegde stappen (scènes) van een kompleet programma in een keer te
verwijderen. Houd de toets PROGRAM ingedrukt totdat het 'program' display knippert. Kies met de
UP/DOWN toetsen het nummer van het te verwijderen programma. Druk op toets DELETE,
vervolgens op PROGRAM
scènevenster verschijnt de aanduiding 00 als bevestiging. Verlaat de programmeerstand door kort op
toets PROGRAM te drukken.
Uitvoeren van programma's
Druk kort op de toets PROGRAM en kies met de UP/DOWN toetsen het gewenste
programmanummer. De vastgelegde scènes worden nu automatisch achter elkaar doorlopen. Zet
schuifregelaar (1) geheel op nul en regel met schuifregelaar (2) de snelheid. Schuifregelaar (1) heeft
alleen een functie wanneer meerdere lichteffectprojectors zijn aangesloten en in het SETUP gedeelte
deze apparaten zijn gekoppeld.
Handbediening tijdens automatische uitvoering van programma's.
Het is mogelijk een apparaat tijdens de uitvoering van een programma even op handbediening over te
schakelen. Druk op toets PROJECTOR en kies met de UP/DOWN toetsen het betreffende apparaat.
Zodra u een van de schuifregelaars beweegt wordt het gekozen apparaat uit de automatische afloop
gehaald en kunt u de instellingen met de schuifregelaars bedienen. Druk tweemaal op toets
PROJECTOR om de handbediening weer uit te schakelen.
Technische gegevens
Aansluitspanning:
DMX uitgang:
Aantal kanalen:
DMX startadressen:
Aantal programma's:
Afmetingen (hxbxd):
(de aanduiding AL is nu zichtbaar) en weer op DELETE. In het
9 Volt gelijkspanning (500mA)
3-polige XLR connector
54
9, vast ingesteld op 1, 7, 13, 19, 25, 31, 37, 43 en 49.
9 met elk 50 stappen (scènes)
7 x 30,5 x 16 cm.