Conrad 4660 M Mode D'emploi page 72

Werkingssoort Meetbereik
200 Ω
Weerstand
2 KΩ
20 KΩ
200 KΩ
2 MΩ
20 MΩ
Meetspanning aan open metcircuit: < 1,2 V
Duur van aanduidingsstabilisatie : 2 MΩ ca. 5s
Capaciteit 20 nF
200 nF
20 µF
200 µF
Diodetest Teststroom:
Meetspanning:
Doorgangstest: akoestisch signaal bij weerstanden
kleiner dan 30 Ω, meetspanning 2,8 VDC max.
Transistortestbereik: hFE 0 - 1000
ca. 10 µA
Basisstroom:
VCE (UCE): max. 2,8 V
Frequentie 20 kHz
200 kHz
2 MHz
20 MHz
Ingangsgevoeligheid: > 50 mVrms (rms = effectief)
max. ingangsspanning: 250 VDC/VACrms
Logictest DC 20 V
Frequentie
Inductiviteit 200 mH
Vermogens- 2000 W
meting 3680 W
Wisselstroom (max. 16 A): ±(2% + 5dgts)
Wisselspanning (190V-250V): ±(3% + 3dgts)
Vermogensfaktor(cos phi): 0,000 - 1,000
138
Precisie Resolutie
0,01 Ω
+/-(0,2%+10dgts)
0,1 Ω
+/-(0,15%+3dgts)
Ω
-"- 1
Ω
-"- 10
Ω
-"- 100
+/-(0,5%+5dgts) 1 KΩ
20 MΩ ca. 15s
+/-(2%+5dgts) 1 pF
-"- 10 pF
+/-(3%+8dgts) 1 nF
-"-
10 nF
1,0 mA max.
2,8 VDC max.
1 Hz
+/-(0,1%+3dgts)
-"- 10 Hz
-"- 100 Hz
-"- 1 kHz
±(0,05%+3dgts)
1 mV
±(0,1%+2dgts)
afhankelijk
van bereik
±(3%+10dgts)
0,01mH(=10 uH)
±(3,0%+10dgts)
0,1 W
±(3.0%+ 5dgts)
1 W
7.3 Max. ingangsgroottes, overbelastingsbescherming
Spanningsmeting . . . : 1000 VDC resp. 750 VAC
Stroommeting . . . . . . : 20 A AC/DC in het A-bereik, max. 30 s lang met
een aansluitende afkoelfase van min. 15 min.
max. 250 VDC/VACrms,
Overbelastingsbescherming: flinke 20-A-250-V-
zekering (afm. 6 x 30 mm)
200 mA AC/DC in het mA-bereik, max. 250 VDC/
VACrms, Bescherming tegen overbelasting:
flink, 0,8-A-250-V-zekering (afm.: 5 x 20 mm)
Weerstandsmeting . . : 20 MΩ, overbelastingsbesch. 250 VDC/VAC
Frequentiemeting . . . : 20 MHz, daarbij max. 250 VDC/VACrms
ingangsspanning
Logic-meting . . . . . . . : overbelastingsbescherming 250 VDC/VAC
Vermogens-meting . . : 3680 W
Let op!
De meetfunkties diodetest, transistortest, en capaciteits- en inductivi-
teitsmeting zijn niet beschermd tegen overbelasting of tegen te hoge
ingangsspanning(en).
Het overschrijden van de max. toelaatbare ingangsgroottes leidt onder
ongunstige omstandigheden tot beschadiging van de meter resp. tot
gevaar voor het leven van de gebruiker.
139