30. 1e, 2e en 3e Subdisplay (= onderdisplay)
Deze drie kleine aanduidingen in het 4
individueel bij de verschillende meetfunkties en onderfunkties geak-
tiveerd.
-
+
31.
= Batterij-symbool
Als dit symbool op het display verschijnt, wordt het tijd de batterijen
te vervangen
32. Verschillende maateenheden
33.
= inductiviteitsmeting (spoelen)
34.
= cos Phi-teken (voor de vermogensfaktor)
4. Gebruik van de multimeter
4.1 Inbouw van de batterij
Opdat uw meter probleemloos funktioneert, moet hij voorzien worden
van een 9 V-blokbatterij. Wanneer het batterij-vervangingssymbool op
het display verschijnt, moet u de batterijen vervangen. Hiertoe handelt
u als volgt:
• Maak de meter los van het meetcircuit,
• verwijder de meetsnoeren van de meter,
• schakel hem uit en
• draai met een geschikte schroevendraaier (kruiskop) de bevestigings-
schroef van het batterijdeksel eruit.
• Verwijder nu voorzichtig het batterijvak-deksel.
• Maak de verbruikte batterij los van de aansluitclip en
• vervang de batterij door een nieuwe van hetzelfde type.
• Nadat de batterij vervangen is legt u de aangesloten batterij in het
batterijvak en
114
1
/
-cijferige formaat worden
2
• sluit dit weer zorgvuldig.
• Let er bij het sluiten van het batterijvak op, dat de bedrading van de
aansluitclip (rood/zwart) er niet tussen komt.
Let op!
Gebruik de meter in geen geval in geopende toestand. Levensgevaarlijk!
Laat geen verbruikte batterijen in het batterijvak zitten, omdat zelfs
tegen uitlopen beschermde batterijen kunnen roesten en er daardoor
chemicaliëen vrij kunnen komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid
en het batterijvak kunnen beschadigen.
Verbruikte batterijen zijn klein chemisch afval en moeten milieuvrien-
delijk verwijderd worden (inzamelplaatsen in winkels e.d.).
4.2 Aansluiten van de meetsnoeren
Gebruik voor de metingen steeds alleen de meegeleverde meetsnoeren
resp. de adaptersnoeren, die als optie voor de DMM besteld kunnen
worden en daarop afgestemd zijn. Let voor iedere aansluiting op de toe-
stand van de aansluitings-stekkers resp. de meetpunten kijk ook of de
isolatie nog onbeschadigd is.
De meegeleverde meetsnoeren zijn toegelaten voor spanningen tot
max. 1000 V. Uw meter, de M-4660M is ontworpen voor spanningen tot
max. 1000 VDC resp. 750 VACrms. Wees bijzonder voorzichtig met span-
ningen groter dan 25 V wissel- resp. 35 V gelijkspanning.
Let op!
Overschrijd nooit de max. invoergroottes, aangezien het dan door
beschadiging van de meter voor u levensgevaarlijk is.
4.3 Ingebruikname
4.3.1 Basisinstellingen
Aanwijzing
Hieronder staan in de tekst getallen tussen haakjes. Deze getallen hebben
betrekking op de beschrijving van de bedieningselementen in hfst. 3.
115