Alleen in de stand 'rijden' werkt de
automatische parkeerrem. De
vrijloophendel dient alleen in de stand
duwen gezet te worden, als er geduwd
moet worden. Zet de vrijloop direct in de
stand rijden als de rolstoel niet meer
geduwd wordt.
•
De vrijloophendel is een functie
die is ontwikkeld voor begeleiders
van rolstoelgebruikers. De
vrijloophendel dient nooit door de
gebruiker bediend te worden maar
enkel door een begeleider.
•
Gebruik de stand duwen nooit op
een helling! Wanneer de
vrijloophendel in de stand duwen
wordt gezet, wordt ook de
automatische parkeerrem
uitgeschakeld. De rolstoel kan van
de helling afrijden.
6.7
Stallen na gebruik
Wanneer de rolstoel niet wordt gebruikt,
dient deze gestald te worden op een
droge plek zonder weersinvloeden.
Plaats de rolstoel niet in direct zonlicht.
Onderdelen van de rolstoel kunnen dan
zo warm worden dat u zich eraan kunt
branden. De omgevingstemperatuur mag
tijdens de opslag niet lager zijn dan -
20˚C en niet hoger dan +65˚C.
18