Table des Matières
Publicité
Fabrieksinstellingen
6 Fabrieksinstellingen
6.1 Nadraaitijd van de pomp instellen
De nadraaitijd van de pomp voor de centrale verwar-
ming is vanuit de fabriek ingesteld op een waarde van 5
minuten. Hij is instebaar tussen 1 minuut en 60 minuten.
Ga om de nadraaitijd van de pomp te wijzigen als volgt
te werk:
• Draai de beide bevestigingen (1) 90° naar links.
• Klap het bedieningsbord (2) naar voor.
• Het deksel van het bedieningsbord (4) op de plaatsen
(3) losmaken en verwijderen.
• Met de potentiometer (5) de nalooptijd van de pomp
instellen:
- Naar rechts draaien (+) = nalooptijd van de pomp
vergroten,
- Naar links draaien (-) = nalooptijd van de pomp ver-
kleinen.
6.2 Vertragingstijd (spertijd) verwarming instellen
Om te vermijden dat de brander vaak aan- en uitscha-
kelt (energieverlies) wordt de brander na ieder uitscha-
kelen gedurende een bepaalde tijd elektronisch vergren-
deld. Dit noemt men de "spertijd of vertragingstijd" van
de brander voor verwarming.
De betreffende spertijd kan worden aangepast aan de
operationele omstandigheden van de verwarmingsinstal-
latie.
Vanuit de fabriek is de spertijd voor de centrale verwar-
ming ingesteld op ca. 15 minuten.
Hij is instelbaar tussen 8 minuten en 60 minuten. Deze
tijden gelden voor een vertrekwatertemperatuur van
20 °C. Bij hogere vertrekwatertemperatuur wordt de tijd
automatisch verkleind, zodat bij 82 °C nog maar een
spertijd van 1 minuut is.
Ga om de spertijd te wijzigen als volgt te werk:
• Draai de beide bevestigingen (1) 90° naar links.
• Klap het bedieningsbord (2) naar voor.
• Het deksel van het bedieningsbord (4) op de plaatsen
(3) losmaken en verwijderen.
• Met de potentiometer (5) de spertijd instellen:
- Rechts draaien (+) = spertijd vergroten,
- Links draaien (-) = spertijd verkleinen.
Instructions d'installation/Installatievoorschriften/Installationsanleitung atmoMAX pro R3
Werkseinstellungen 6
6 Werkseinstellungen
6.1 Pumpennachlaufzeit einstellen
Die Pumpennachlaufzeit ist werkseitig auf einen Wert
von 5 Minuten eingestellt. Sie kann im Bereich von
1 Minute bis 60 Minuten variiert werden.
Um die Pumpennachlaufzeit zu verändern, gehen Sie
bitte wie folgt vor:
• Drehen Sie die beiden Befesti-gungen (1) um 90° nach
links.
• Klappen Sie den Schaltkasten (2) nach vorn.
• Clipsen Sie den hinteren Deckel des Schaltkastens (4)
an den Stellen (3) aus und nehmen Sie den hinteren
Deckel des Schalt-kastens ab.
• Stellen Sie am Potentiometer (5) die Pumpennachlauf-
zeit ein:
- Rechts drehen (+) = Pumpennachlaufzeit erhöhen,
- Links drehen (-) = Pumpennachlaufzeit verringern.
6.2 Wiedereinschaltsperre für Heizbetrieb
Um ein häufiges Ein- und Aus-schalten des Brenners zu
vermeiden (Energieverlust), wird der Brenner nach
jedem Abschalten für eine bestimmte Zeit elektronisch
verriegelt. Dieses bezeichnet man als "Wiedereinschalt-
sperre".
Die jeweilige Sperrzeit kann den Verhältnissen der
Heizungsanlage angepasst werden.
Werkseitig ist die Wiederein-schaltsperre für den
Brennerbetrieb auf ca. 15 Minuten eingestellt. Sie kann
im Bereich von 8 Minuten bis 60 Minuten variiert wer-
den. Diese Zeiten gelten für eine Vorlauftemperatur von
20 °C. Bei höheren Vorlauftemperaturen wird die Zeit
automatisch verringert, so daß bei 82 °C nur noch eine
Sperrzeit von 1 Minute vorhanden ist.
Um die Sperrzeit zu verändern, gehen Sie bitte wie folgt
vor:
• Drehen Sie die beiden Befesti-gungen (1) um 90° nach
links.
• Klappen Sie den Schaltkasten (2) nach vorn.
• Clipsen Sie den hinteren Deckel des Schaltkastens (4)
an den Stellen (3) aus und nehmen Sie den hinteren
Deckel des Schalt-kastens ab.
• Stellen Sie am Potentiometer (5) die Sperrzeit ein:
- Rechts drehen (+) = Sperrzeit - erhöhen,
- Links drehen (-) = Sperrzeit - verringern.
47
Publicité
Table des Matières
