4
Voorbereiding
•
Uw koelkast moet worden geïnstalleerd
op minstens 30 cm afstand van
warmtebronnen zoals kookplaten, centrale
verwarming en kachels en op minstens
5 cm afstand van elektrische ovens. De
koelkast mag niet in direct zonlicht worden
geplaatst.
•
De omgevingstemperatuur van de kamer
waarin u de koelkast installeert dient
minstens 10°C te zijn. In verband met
efficiëntie wordt gebruik van uw koelkast in
koudere omstandigheden niet aanbevolen.
•
Controleer of de binnenzijde van uw
koelkast volledig schoon is.
•
Bij installatie van twee koelkasten naast
elkaar, moeten de koelkasten op een
afstand van minstens 2 cm van elkaar
worden geplaatst.
•
Wanneer u de koelkast voor de eerste keer
in gebruik neemt, gelieve tijdens de eerste
zes uur de volgende instructies in acht te
houden.
- De deur niet regelmatig openen.
- Koelkast moet in bedrijf gesteld worden
zonder levensmiddelen.
- De stekker van de koelkast niet uittrekken.
Indien zich een stroomstoring voordoet
buiten uw macht, zie de waarschuwingen
in het deel "Aanbevolen oplossingen voor
problemen".
•
De manden/lades die met het
koelcompartiment worden meegeleverd
moeten altijd worden gebruikt om voor
een laag energieverbruik en betere
opslagcondities te zorgen.
• Wanneer voedsel in contact komt
met de temperatuursensor in het
vriezercompartiment dan kan dit het
energieverbruik van het apparaat verhogen.
Derhalve dient contact met de sensor(s)
voorkomen te worden.
•
Originele verpakking en schuimmaterialen
moeten worden bewaard voor toekomstig
transport of verhuizen.
•
In bepaalde modellen schakelt het
instrumentenpaneel uit 5 minuten nadat de
deur werd gesloten. Het wordt opnieuw
ingeschakeld als de deur wordt geopend of
als een knop wordt ingedrukt.
•
Als gevolg van temperatuurschommelingen
door het openen/sluiten van de deur van het
product tijdens zijn werking, is condens op
de deur-/koelkastschappen en de glazen
houders normaal
21
NL