Montage bij mangaten
De aansluitcomponent
gemonteerd. De aansluitcomponent moet voldoende bevestigd zijn, zodat het aankoppelen
met de verbindingsleiding van de stuurinrichting onproblematisch uitgevoerd kan worden.
De kabel
(niet bij de levering inbegrepen) moet zo worden gelegd, dat er geen knik- of
knelpunten ontstaan, de isolatie niet beschadigd raakt en de leiding voldoende bevestigd
wordt (om de 50 tot 70 cm een kabelbinder
Montage in ruimtes
BEDIENING
1. Grenswaardesensor via de aansluitcomponent met het stekkerdeel van de vulbeveiliging
van de tankwagen verbinden.
2. Bij vrijgave tank vullen.
3. Na het vullen sluitdop van de aansluitcomponent weer aanbrengen.
Apparaat nr. 15 382 89
Grenswaardesensor GWG – type GWS – Schrift 2
moet direct naast de vulbuisafsluiting
).
• Bij tanks voor de opslag van
niet-ontvlambare en
ontvlambare vloeistoffen met
een vlampunt > 55 °C moet de
doorvoer
verbindingsleidingen naar het
mangat vloeistofdicht
geschieden.
• Bij tanks voor de opslag van
ontvlambare vloeistoffen met
een vlampunt < 55 °C moet de
doorvoer
verbindingsleidingen naar het
mangat gasdicht geschieden.
Aansluitcomponent
Kabel
Vulleiding
Vulbuisafsluiting
Kabelbinder
Invoer vloeistofdicht
Doorvoer
Beschermingsbuis
van de tank worden
van de
van de
19 / 24