werkt u dan met een laag toerental, om het risico van
rondvliegende voorwerpen te verminderen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als de
STOP-schakelaar goed werkt.
Controleer bij wijze van routine regelmatig of het maai-
werktuig stopt met draaien, zodra de motor stationair
loopt.
WAARSCHUWING
Buiten de veiligheidsuitrusting voor hoofd, ogen,
gezicht en gehoor, dient u ook slipvaste veiligheids-
schoenen te dragen, die uw steun op een glibberige
ondergrond verbeteren. Draag geen stropdassen,
sieraden of wijdvallende kleding, die in het apparaat
vast zouden kunnen komen te zitten. Draag geen open
schoenen en werk nooit blootsvoets of met blote be-
nen. In bepaalde situaties moet u totale gezichts- en
hoofdbescherming dragen. Wees alert op terugslag en
stoten van het apparaat.
IN DER GEFAHRENZONE, D.H. IM UMKREIS VON
IN DE GEVARENZONE, D.W.Z. IN EEN CIRKEL
VAN 15 METER RONDOM DE BEDIENER, MAG
ZICH –MET UITZONDERING VAN DE BEDIENER
VAN HET APPARAAT- NIEMAND OPHOUDEN. DE
BEDIENER MOET EEN VEILIGHEIDSUITRUSTING
VOOR OGEN, GEHOOR, GEZICHT, VOETEN EN
BENEN DRAGEN. PERSONEN DIE ZICH BINNEN
DE GEVARENZONE OF BINNEN DE RISICOZONE
BUITEN DE GEVARENZONE BEVINDEN, DIENEN
TER BESCHERMING TEGEN RONDVLIEGENDE
VOORWERPEN, EEN VEILIGHEIDSBRIL TE DRA-
GEN. HET RISICO WORDT KLEINER NAARMATE
MEN ZICH VERDER UIT DE BUURT VAN DE GEVA-
RENZONE BEVINDT.
MAAIEN MET DE DRAADSNIJKOP
WAARSCHUWING
GEVAAR
GEVARENZONE
GEVAAR
DRAADMES LINKS
Wordt de draadsnijkop gebruikt, dan moet het zwarte
verlengstuk aan de beschermkap worden gezet. Het
snijdraad kan anders in het rond slaan, wanneer het te
lang is. Gebruik altijd de beschermkap met draadmes
wanneer u met de draadsnijkop werkt.
DRAAIING TEGEN
DE WIJZERS VAN DE
KLOK IN
Voor bijna al het maaiwerk is het praktisch om de
maaikop wat schuin te houden, zodanig dat het contact
tussen maaigoed en snijdraad daar plaatsvindt, waar
de draad zich van de bediener en de beschermkap af
weg beweegt (zie afbeelding). Zo worden meegegre-
pen voorwerpen en maaigoed VAN DE BEDIENER
weg geslingerd.
Draait de draad IN DE RICHTING VAN DE WIJZERS
VAN DE KLOK, dan moet het DRAADMES aan de
rechterkant van de beschermkap worden aangebracht.
WAARSCHUWING
Wanneer u de maaikop de verkeerde kant op laat nei-
gen, dan worden meegegrepen voorwerpen en maai-
goed IN UW RICHTING geslingerd. Wanneer u de
maaikop vlak boven de grond houdt, zodat de draad
boven zijn totale straalcirkel uit maait, worden meege-
grepen voorwerpen en maaigoed IN UW RICHTING
geslingerd, de belasting maakt de motor trager en het
draad wordt snel opgebruikt.
Gebruik alleen het kwalitatief hoogwaardige Monofil-
nylondraad met een diameter van 2,5 mm. Gebruik
nooit draad met draadversteviging in plaats van nylon
snijdraad. Zet in de draadsnijkop uitsluitend nylon snij-
draad met de juiste diameter.
Extra voorzichtigheid is geboden wanneer u boven
blinkende oppervlaktes en grind werkt, omdat het
draad kleine stenen met hoge snelheid in het rond
kan slingeren. De beschermkap aan het apparaat kan
geen voorwerpen tegenhouden die van harde opper-
vlaktes terugkaatsen.
TRIMMEN
VOORWERPEN
MESKANT
VERHOOGD
Goed trimmen betekent dat u de trimmer voorzich-
NL-7
VOORWERPEN
AAN DEZE KANT
MAAIEN
GEVAAR
HOEK NAAR
DE MUUR