•
Groente en fruit: grondig reinigen (het zand
verwijderen) en in een speciale lade
(groentelade) bewaren.
•
Het is raadzaam om exotische vruchten zoals
bananen, mango's, papaja's, etc. niet in de
koelkast te bewaren.
•
Groenten zoals tomaten, aardappelen, uien en
knoflook mogen niet in de koelkast worden
bewaard.
•
Boter en kaas: in een luchtdicht bakje leggen of
in aluminiumfolie of plastic zakjes wikkelen, om
zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
HET REINIGEN VAN DE BINNENKANT
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, moet u de binnenkant en de interne
accessoires wassen met lauwwarm water en een
beetje neutrale zeep om de typische geur van een
nieuw product te verwijderen. Daarna moet u het
grondig drogen.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen, schuurpoeders,
chloor of reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
LET OP! De accessoires en
onderdelen van het apparaat zijn niet
vaatwasserbestendig.
PERIODIEKE REINIGING
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT TE DOEN IN DE VOLGENDE GEVALLEN...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
•
Flessen: afsluiten met een dop en op de
flessenplank van de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.
•
Raadpleeg altijd de houdbaarheidsdatum van de
producten, om te weten hoelang ze bewaard
kunnen worden.
1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauw water en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze
schoon en vrij van resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
HET APPARAAT ONTDOOIEN
PERIODES DAT HET APPARAAT NIET
GEBRUIKT WORDT
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange periodes niet gebruikt
wordt:
1. Koppel het apparaat los van de stroomtoevoer.
2. Verwijder alle etenswaren.
3. Reinig het apparaat en alle accessoires.
4. Laat de deur open staan om onaangename
luchtjes te voorkomen.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is uitgeschakeld.
Het koelvak wordt automatisch
ontdooid.
Oplossing
Schakel het apparaat in.
11