g) Blijft het wiel vastzetten of moeten de
werkzaamheden onderbroken worden,
schakel de machine dan uit en houd
hem stil tot het wiel volledig tot
stilstand is gekomen. Probeer nooit
om de nog draaiende doorslijpschijf
uit de groef te trekken. Anders
kan een terugslag het gevolg zijn.
Onderzoek de oorzaak van het vastzittende
wiel en neem maatregelen om het
probleem te verhelpen.
h) Herstart de machine niet in het
werkstuk. Laat het wiel tot volle
snelheid komen en breng het weer
terug in de snede. Het wiel kan
vastklemmen, weglopen en terugslaan als
de machine wordt gestart met het wiel in
het werkstuk.
i ) Ondersteun panelen en grote
werkstukken om het gevaar van
vastklemmen en terugslag te
vermijden. Een groot werkstuk kan onder
eigen gewicht doorzakken. Ondersteun het
werkstuk in de buurt van de snijlijn en aan
de rand van het werkstuk, aan weerszijden
82
van het wiel.
j) Wees extra voorzichtig bij het maken
van een "zaksnede" tussen bestaande
muren of in een ander blind gebied.
Het uitstekende wiel kan in contact komen
met gas- en waterbuizen, met elektrische
bedrading of andere voorwerpen waardoor
er terugslag ontstaat.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSREGELS
1. Draag altijd een stofmasker.
VEILIGHEIDSPUNTEN VOOR
UW LASER
WAARSCHUWING! Lees alle
instructies zorgvuldig door. Indien u
zich niet aan alle onderstaande instructies
houdt, kan dat leiden tot een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel.
Elektrische Cirkelzaag
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies voor latere naslag.
Deze lasers betekenen normaal gesproken
geen optisch gevaar, hoewel staren in de
straal blindheid kan veroorzaken. Staar
niet direct in de laserstraal. Er kan zich een
gevaar voordoen als u toch in de straal
staart, volg de veiligheidsvoorschriften als
volgt na:
1. De laser moet worden gebruikt en
onderhouden volgens de instructies
van de fabrikant.
2. Richt de straal nooit op een persoon
of een voorwerp, anders dan het
werkstuk.
3. De laserstraal mag niet expres op een
ander persoon worden gericht en mag
niet langer dan 0,25 seconde in het
oog schijnen.
4. Zorg er altijd voor dat de laserstraal
wordt gericht op een stabiel
werkstuk zonder reflecterende
oppervlakken, bijv. hout of andere
ruwe oppervlakken zijn acceptabel.
Helder schijnend reflecterend plaatstaal
of iets dergelijks is niet geschikt voor
laserapplicaties , omdat het reflecterende
oppervlak de laserstraal terug naar de
gebruiker kan richten.
5. Verander het lasertoestel niet door
een ander type. Reparaties moeten
worden uitgevoerd door de fabrikant of een
geautoriseerde reparateur.
6. LET OP: Ander gebruik van de bediening
of andere verstellingen dan die hierin
aangegeven kunnen leiden tot gevaarlijke
blootstelling aan straling.
VEILIGHEIDSPUNTEN VOOR UW LASER
KLASSE 2
Het laserapparaat dat met dit gereedschap is
ingebouwd is eersteklas met een maximum
straling van 1.5mW en 650 nm golflengte.
LASERSTRALING VAN KLASSE 2, KIJK
NIET IN DE STRAAL
NL