onderhoud
reinigen
dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet in kan branden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
hardnekkige vlekken
Waterkringen;
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
kalkresten;
metaalsporen.
Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak
lastig te verwijderen.
Verwijder metaalsporen met een middel als Staalfix of Collo
Luneta.
Overgekookte voedselresten verwijderen met een
glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u
verwijderen met een glasschraper.
nooit gebruiken
Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes
waarin zich kalk en vuil ophopen.
Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst de
kindersloten in.
NL 14
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer
het euvel eerst zelf te verhelpen. Bel de servicedienst wanneer onderstaande adviezen
niet helpen.
storing
oorzaak
Het toestel werkt niet en de
Geen elektriciteit.
lampjes branden niet.
De kookplaat werkt niet.
Het toestel is verkeerd
F9 verschijnt in het display.
aangesloten.
De kookplaat werkt niet.
Omgevingstemperatuur te
F0 verschijnt in het display.
laag (5 °C) toen de plaat niet
op het elektriciteitsnet was
aangesloten.
De ventilator schakelt
Het toestel controleert
spontaan in.
zichzelf nadat de spanning is
weggevallen.
Het kookvlak schakelt
Ventilatie is onvoldoende.
plotseling uit.
De melding F7 verschijnt.
Oververhitting van de
elektronica in de kookplaat.
Na het inschakelen blijven de
Ongeschikte pannen.
lampjes knipperen.
Slecht elektrisch contact.
De kookplaat werkt niet.
Toestel staat op slot.
Het toestel schakelt uit.
Twee pannen raken elkaar of
een pan maakt contact met
de wand.
storingen
wat moet ik doen als...
oplossing
Elektrische installatie
controleren (hoofd-
zekering(en), aansluiting).
Laat de installateur het
toestel opnieuw aansluiten
volgens het aansluitschema.
Na het aansluiten een minuut
of tien wachten. De melding
verdwijnt.
De ventilator schakelt vanzelf
uit.
Controleer de ventilatie-
openingen.
Laat het toestel afkoelen.
Druk op een willekeurige
toets en de melding ver-
dwijnt. Opnieuw beginnen op
een lagere stand.
Geschikte pan gebruiken (zie
de pagina's 21 en 22).
Controleer of de kabel wordt
aangestoten door de lade. In
dat geval de aansluiting laten
wijzigen door de installateur.
Druk drie seconden
onafgebroken op het
sleutelsymbool
.
Zorg ervoor dat de pannen
"vrij" staan.
NL 15