Revell Control VR QUAD VR SHOT Manuel De L'utilisateur page 43

Opmerking: Voor een rustig vlieggedrag van het model hoeven de regelaars maar
minimaal te worden bewogen! De richtingsindicaties hebben betrekking op de vlieg-
richting terwijl het model van achteren wordt gezien. Als het model naar de piloot toe
vliegt, moet in de betreffende tegenovergestelde richting worden gestuurd.
Starten:
Zender:
Druk op de rechterregelaar voor voor-/achteruit en zijwaarts vliegen, de motoren gaan
draaien (7E).
Druk op de linkerregelaar voor liftkracht en draaiing vliegen, de motoren gaan
draaien en het model stijgt op tot een hoogte van 0,5 à 1 m (7F).
Smartphone:
Druk op de knop voor motorstart (8E), de motoren gaan draaien.
Vliegen:
11A Beweeg de regelaar voor liftkracht en draaiing (2C/8Q) voorzichtig naar boven
om op te stijgen of hoger te gaan vliegen.
11B Beweeg de regelaar voor liftkracht en draaiing (2C/8Q) voorzichtig naar beneden
om te landen of lager te gaan vliegen.
11C Beweeg de regelaar voor voor-/achteruit en zijwaarts vliegen (2J/8K) voorzichtig
naar boven om vooruit te vliegen.
11D Beweeg de regelaar voor voor- en achteruit en zijwaarts vliegen (2J/8K) voor-
zichtig naar beneden om achteruit te vliegen.
11E Beweeg de regelaar voor voor-/achteruit en zijwaarts vliegen (2J/8K) voorzichtig
naar links om zijwaarts naar links te vliegen.
11F Beweeg de regelaar voor voor-/achteruit en zijwaarts vliegen (2J/8K) voorzichtig
naar rechts om zijwaarts naar rechts te vliegen.
11G Beweeg de liftkracht-/draaiingsregelaar (2C/8Q) naar links om het model linksom
te laten draaien.
11H Beweeg de liftkracht-/draaiingsregelaar (2C/8Q) naar rechts om het model recht-
som te laten draaien.
Vliegsnelheid
Door op de regelaar voor vliegsnelheid (2B/8D) te drukken kunt u de gevoeligheid
van de besturing instellen op drie verschillende niveaus (30%, 60%, 100%). Let op!
Schakel pas over naar een hoger niveau wanneer u het vliegen met een lager niveau
goed beheerst!
Flips maken – alleen voor geoefende piloten! Als u het vliegen met het model vol-
doende onder de knie hebt, kunt u zich wagen aan de kunstvliegfunctie. Zorg ervoor
dat u rondom voldoende ruimte hebt (ten minste 10 meter in iedere richting). Houd
bovendien een minimale veiligheidshoogte aan: vlieg ten minste op een hoogte van
5 m. Het model verliest hoogte bij een flip en moet na de manoeuvre onder controle
worden gebracht en gecorrigeerd.
42
11 BESTURING