• Voor de inbedrijfstelling en het gebruik van de machine moet deze gebruikershandleiding zorgvuldig worden gelezen
en opgevolgd worden.
• Het gebruik van de machine is uitsluitend toegestaan met apparatuur en vervangingsonderdelen, die bij de levering
zijn meegeleverd resp. in de lijst met vervangings- en slijtageonderdelen zijn opgenomen.
Als de verschillende punten in de gebruikershandleiding niet worden nageleefd kan letsel en materiële schade worden
veroorzaakt, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
2.3. Beoogd gebruik
Deze machine mag uitsluitend worden gebruikt voor de droge reiniging van vrouwelijk rundvee in loopstallen.
Daartoe behoren runderen/koeien met nauw sluitende halsbanden en kort gehouden staartharen. (< 5 cm).
Daarbij moeten de in deze gebruikershandleiding aangegeven voorschriften worden opgevolgd. Het gebruik van de
machine voor andere toepassingen geldt als niet beoogd. Voor het daardoor veroorzaakte letsel of de daardoor
veroorzaakte materiële schade kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
Voor de garantie geldt als beoogd gebruik als een machine met maximaal 60 dieren wordt gebruikt.
3. Montage en inbedrijfstelling
3.1. Leveringsomvang
De machine wordt op een pallet geleverd. • compleet gemonteerd • met een geaarde stekker van 230V
• De montage van de meegeleverde ontluchtingsschroef voor de tandwielkast is voorafgaande aan de
eerste activering dwingend noodzakelijk! (zie afb. 4)
• 2 schroeven M10 naast de vertikale borstel voor het vastmaken van de slede (tijdens het transport) moeten
worden verwijderd voor inbedrijfstelling, echter pas na de montage. De bouten moeten worden bewaard voor
latere onderhoudswerkzaamheden resp. voor het transport!
3.2. Controle voorafgaande aan de inbedrijfstelling
Voor de inbedrijfstelling van de reinigingsmachine voor "CowCleaner Duo – koepoetsmachine" moet deze altijd eerst op
volledigheid, zichtbare gebreken of eventuele bronnen van gevaar worden gecontroleerd.
De volgende maatregelen moeten voor de controle worden genomen:
• machine controleren op losse, omlaag hangende onderdelen resp. transportschade
• kabelisolaties controleren
• controleren of alle veiligheidssystemen aanwezig zijn en zich in een goede staat bevinden
• controleren of zich in de buurt van de machine bronnen van gevaar bevinden, die de correcte en veilige werking van
de machine beperken (waterslang, weersinvloeden, hangende kabels of touwen, ...)
3.3. Montage
Voor een probleemloos gebruik van deze zwaar belaste machine is een optimale positionering en stabiele
bevestigingsmogelijkheid bijzonder belangrijk.
Hierbij moet op het volgende worden gelet:
• machine bij een versmalling in de stal aanbrengen
• om opstoppingen te voorkomen, machine niet direct voor of achter de melkstand monteren
• machine niet in de buurt van apparaten aanbrengen die gevoelig zijn voor stof
• elektrische besturingsdoos beschermen tegen regen en overmatige zoninstraling
• machine uitsluitend aan een stabiele betonwand of zuil monteren
• het oplegvlak van het basisframe moet vlak zijn, anders kan het frame in elkaar draaien – > vervolgschade
• 4 zwaarlastbouten minimaal M12 gebruiken. Het bevestigingsmateriaal moet afgestemd zijn op de ondergrond.
(muurwerk, betonwand) Bij een betonwand zijn zwaarlastankers voldoende, bij een andere ondergrond altijd
doorgaande bouten gebruiken.
• bescherm de machine en besturingsdoos bij montage buiten met een dak tegen regen en sneeuw
• Machine met geschikte hijsmiddelen monteren (takel, frontlader etc.); daarbij de geldende voorschriften voor
ongevallenpreventie in acht namen!
• bouten borgen tegen vanzelf losgaan – > zelfborgende moren en/of schroevenlijm gebruiken
• bevestiging regelmatig controleren en indien nodig bijdraaien
74