De met 1/2" schroefdraad voorziene gasverbin-
dingsleiding is geplaatst aan de rechter achterkant
van het apparaat. Voor butaan en propaan, moet
een drukreductieventiel overeenkomstig de stan-
daard regelgeving worden geïnstalleerd. De pakking
moeten voldoen aan de geldende regelgeving.
Wanneer het gas is aangesloten, moet u de pakking
van de verbindingen met een water en zeepoplos-
sing controleren.
Gebruik flexibele slangen:
• voorkom dat de slangen beklemd raken of plat-
gedrukt worden;
• de slangen mogen niet aan trek- of torsiekrach-
ten worden blootgesteld;
• de slangen mogen niet in contact komen met
snijdende of scherpe randen, enz...
• de slangen mogen niet in contact komen met
onderdelen die temperaturen kunnen bereiken
die meer dan 70°K boven kamertemperatuur
bedragen; zorg ervoor dat de gehele lengte van
de slangen kan worden gecontroleerd.
Er moet in het bijzonder aandacht worden besteed
aan lekvrije verbindingen.
Het apparaat moet zijn voorzien van een hittebe-
stendige afwerklaag (minimum 90°C). Indien het
apparaat dicht in de buurt van andere apparaten
wordt geplaatst, moeten de, in de onderstaande
tekening, geadviseerde minimum tussenruimten
worden aangehouden.
63