veiligheid
waar u op moet letten
Gebruik nooit aluminiumfolie, zoals bakjes van kant en klaar
gerechten, om voedsel in te bereiden.
Wanneer aluminiumfolie op het kookvlak smelt, is het niet
meer te verwijderen.
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn.
• Zet alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak.
• Til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Til pannen altijd op;
schuif er nooit mee.
NL 6
introductie
De inductiekookplaat is voorzien van een restwarmte-
Gebruik de juiste pan.
indicatie, 3 voorkeurstanden, kookwekker voor de achterste
Zie hoofdstuk
"pannen" op de
kookzones, kinderslot en automatische kookduurbegrenzing.
pagina's 18 en 19.
Op deze en de volgende pagina's kunt u lezen hoe u gebruik
maakt van deze voorzieningen.
inschakelen
1
Zet een pan op een kookzone.
2
Druk op de aan/uit toets.
Het groene lampje bij de aan/uit toets gaat branden.
aan/uit toets
vermogen instellen
1
Druk op de pijl toets.
De kookplaat stelt zich direct in op stand 3.
De lampjes in het display geven de gekozen stand weer.
Welke standen u moet kiezen kunt u zien in de kooktabellen
lager
hoger
op de pagina's 12 en 13.
snelkeuzetoets
1
Druk op de snelkeuzetoets.
De kookplaat stelt zich direct in op stand 6, 10 of 12.
2
Stel een hogere of lagere stand in door op de pijl toetsen
te drukken.
De gekozen stand wordt continu weergegeven als er een pan
snelkeuzetoetsen
op de kookzone staat.
De lampjes knipperen als er geen pan op de kookzone staat.
uitschakelen
Druk nog een keer op de aan/uit toets.
De kookzone schakelt uit. Eventueel blijft de restwarmte-
indicatie aangeven dat de zone nog warm is.
bediening
inschakelen
NL 7